Nederlands 12 oktober

Nederlands Vandaag
  • We blijven zitten zoals we net zaten.
  • Groep 1 Nederlands boek 
  • Groep 2 Nederlands NUMO werkwoordspelling  + 3 dingen kiezen uit digitaal portfolio (als je in presentis kan via de laptop)
  • 9:55 wissel van plek met de andere groep + plaspauze
  • 10:25 opruimen + spel schuilnaam
  • 10:40 Tom checkt de laptops, Joppe zet hem bij lokaal 103
Leerdoelen vandaag: Aan het eind van de les weet ik wat een persoonsvorm is en hoe ik deze in de zin kan vinden.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands Vandaag
  • We blijven zitten zoals we net zaten.
  • Groep 1 Nederlands boek 
  • Groep 2 Nederlands NUMO werkwoordspelling  + 3 dingen kiezen uit digitaal portfolio (als je in presentis kan via de laptop)
  • 9:55 wissel van plek met de andere groep + plaspauze
  • 10:25 opruimen + spel schuilnaam
  • 10:40 Tom checkt de laptops, Joppe zet hem bij lokaal 103
Leerdoelen vandaag: Aan het eind van de les weet ik wat een persoonsvorm is en hoe ik deze in de zin kan vinden.

Slide 1 - Slide

Groep 1 boek
Jafar 
Samar 
Bram
Tom
Sofie K 
Fayancio 



Groep 2 NUMO
 Ronja
Sofie B
Talha
Joppe
Justin
Marouan

Inlog NUMO = voornaam.achternaam
ww = Klas2C
Werken aan:  werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Taalverzorging
Nadenkvragen
Wat is een werkwoord?
Bedenk een voorbeeld
Blijft een werkwoord altijd hetzelfde?
Wanneer verandert een werkwoord? 

Slide 3 - Slide

In het boek
Lees mee op bladzijde 181

Slide 4 - Slide

Instructie> de persoonsvorm
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in een zin.
Drie manieren om de persoonsvorm te vinden: 
  1. Zet de zin in een andere tijd.
  2. Verander de zin van aantal/getal
  3. Maak van de zin een vraagzin. 


Slide 5 - Slide

Zet de zin in een andere tijd
Kees loopt naar school

Slide 6 - Slide

Antwoord
Kees liep naar school
liep = pv

Slide 7 - Slide

Verander de zin van aantal
Kees loopt naar school

Slide 8 - Slide

Antwoord
Kees en Jan lopen naar school

lopen = pv

Slide 9 - Slide

Maak van de zin een vraagzin
Kees loopt naar school

Slide 10 - Slide

Antwoord
Loopt Kees naar school? 
Loopt = pv

Slide 11 - Slide

Opdracht 2
  • Zet bij elke zin een rondje om alle werkwoorden.
  • Onderzoek welk werkwoord de persoonvorm is en schrijf alleen de persoonsvorm op.  

Slide 12 - Slide