B2 De bloedsomloop WTS

Herhalen B1 bloed
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalen B1 bloed

Slide 1 - Slide

Bloedplasma
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 2 - Drag question

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Ziekteverwekkers tegengaan.
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine

Slide 3 - Drag question

B2 De bloedsomloop

Slide 4 - Slide

leerdoelen
  •  Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
  • Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 5 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en alle bloedvaten.

  • De weg die het bloed aflegt noemen we de bloedsomloop

  • Het bloed blijft in de bloedvaten dus een gesloten bloedsomloop

Slide 6 - Slide

2 bloedsomlopen
Kleine bloedsomloop = (hart-longen-hart)
Functie: zuurstof opnemen in het bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht

Grote bloedsomloop = (hart-rest van lichaam-hart)
Functie: zuurstof en voedingstoffen afgeven aan de cellen en andere afvalstoffen opnemen in het bloed

Slide 7 - Slide

In de grote bloedsomloop legt niet al het bloed dezelfde route af!

Slide 8 - Slide

Slagaders
- Slagaders bewegen het bloed van het hart af.
- Bloed in de slagaders bevat veel zuurstof.
- Hoge bloeddruk. 


Slide 9 - Slide

Aders
- Het bloed stroomt van de organen terug naar het hart.
- Bloed in aders bevat weinig zuurstof.
- Lage bloeddruk.  

Slide 10 - Slide

spierpomp

Slide 11 - Slide

Haarvaten
- Haarvaten zijn de kleinste bloedvaten in de organen.
- Haarvaten liggen overal in het lichaam.
- Uitwisseling van stoffen

Slide 12 - Slide

Van slagader naar ader
Ader
Slagader
Haarvat

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 15 - Drag question


Wat is de kleine bloedsomloop?
A
van het hart naar de hersenen en weer terug
B
van het hart door het lichaam en weer terug
C
van het hart naar de darmen en weer terug
D
van het hart naar de longen en weer terug

Slide 16 - Quiz

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat alle rode bloedcellen per omloop twee keer door het hart gaan.
B
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders.
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
D
Omdat het hart zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert.

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel van de grote bloedsomloop?
A
Zuurstof naar de rest vh lichaam brengen
B
Koolstofdioxide naar de rest vh lichaam brengen
C
Zuurstof halen in het lichaam
D
Zuurstof halen in de longen

Slide 18 - Quiz

Zet de typen bloedvaten op de juist plaats.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 19 - Drag question

Zelfstandig werken
  • Pak je planning van thema 3 erbij
  • Zelfstandig werken aan opdrachten van basisstof 2 

Slide 20 - Slide