3.1 Bronnen van inkomen

Programma
Start nieuw hoofdstuk 3 Geld over en te kort
Uitleg en maken paragraaf 3.1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
Start nieuw hoofdstuk 3 Geld over en te kort
Uitleg en maken paragraaf 3.1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit arbeid
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit bezit
Ik kan aangeven dat er inkomensverschillen zijn

Slide 2 - Slide

Op welke manieren kan je geld verdienen, of een inkomen krijgen?

Slide 3 - Mind map

Soorten inkomsten
Met en zonder tegenprestatie
  • Inkomen met tegenprestatie
    - inkomen uit arbeid
    - inkomen uit bezit

  • Inkomen zonder tegenprestatie, uitleg in paragraaf 2
    - overdrachtsinkomens

Slide 4 - Slide

Soorten inkomsten
Inkomsten uit arbeid
  • Loon
  • Prestatieloon: bonus als je goed gewerkt hebt
  • Eindejaarsuitkering
  • Vakantiegeld
  • Inkomen uit natura: betaald worden met goederen of diensten (auto van de zaak, telefoon... )

Slide 5 - Slide

Soorten inkomsten
De loonschaal
  • Het loon van een docent hangt af van zijn ervaring (tredes).
  • Het loon van een docent hangt af van zijn functie, talenten of diploma's (schaal LB, LC of LD).

Slide 6 - Slide

Soorten inkomen
Inkomsten uit bezit
  • Rente (spaargeld)
  • Dividend (aandelen)
  • Winst (eigen bedrijf)
  • Huur (huis)
  • Pacht (grond)

Slide 7 - Slide

Inkomen
Nationaal inkomen










Alle inkomens uit arbeid en bezit in een land bij elkaar opgeteld

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Soorten inkomen
Personele inkomensverschillen
  • Het nationaal inkomen is oneerlijk verdeeld omdat niet iedereen evenveel verdient.
  • In rijke landen zijn de verschillen tussen hoge en lage lonen kleiner.
  • Het meest voorkomende inkomen noemen we het modaal inkomen.


Slide 10 - Slide

Huiswerk
Maken paragraaf 3.1
Klaar? Rekentrainer paragraaf 1 maken
Blz. 80 t/m 83

Slide 11 - Slide

Welke voorbeelden zijn inkomsten uit arbeid?
A
Huur, dividend, prestatieloon, vakantiegeld
B
Prestatieloon, dividend, rente, vakantiegeld
C
loon, loon in natura, prestatieloon, vakantiegeld

Slide 12 - Quiz

Wat kan een rede zijn waarom je wordt ingedeeld in een hogere loonschaal dan een collega?

Slide 13 - Open question

Zijn de inkomens in een land gelijk verdeelt?

Slide 14 - Open question

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit arbeid
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit bezit
Ik kan aangeven dat er inkomensverschillen zijn

Slide 15 - Slide