Ik kan het verschil uitleggen tussen habitat en ecosysteem.
Ik kan verschillende relaties tussen organismen herkennen.
Ik kan uitleggen hoe dynamische evenwichten ontstaan en het effect van verstoringen op dit evenwicht beredeneren.
Slide 2 - Slide
Organisatieniveau:
een biologische structuur met een duidelijke samenhang tussen de onderdelen.
Populatie: groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied.
Slide 3 - Slide
Ecosysteem: een afgegrensd gebied met een wisselwerking tussen de plaatselijke abiotische en biotische factoren.
Ecosysteem: een begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze natuur relaties hebben.
Slide 4 - Slide
Ecosystemen beïnvloeden elkaar en vormen samen het systeem Aarde.
Slide 5 - Slide
Levensgemeenschap: alle planten, dieren en micro-organismen (bacteriën en schimmels) in een bepaald gebied.
In één ecosysteem (gebied) leeft dus één levensgemeenschap.
Toch heeft elke soort een leefomgeving nodig met specifieke biotische en abiotische factoren. Dit noemen we habitat.
Slide 6 - Slide
Paragraaf 7.3: Symbiose
Slide 7 - Slide
Paragraaf 7.5: voedselrelaties (= geen symbiose!)
Slide 8 - Slide
Draagkracht van een ecosysteem: het maximale aantal organismen van een soort dat in een gebied kan leven zonder dat het ecosysteem veranderd (hangt af van bijv. aantal schuilplaatsen, broedplaatsen, voedsel. Of bij planten: hoeveelheid licht, water, mineralen, etc))
Dynamisch evenwicht: de populatiegroottes nemen toe en af, maar schommelen voor langere tijd rond een gemiddelde.
Slide 9 - Slide
Een dynamisch evenwicht kan plotseling verdwijnen door een catastrofe, bv bosbrand of klimaatverandering.
Lesson duration is: 60 min
