h2e mercredi 23 juin

Répétition des unités 1 à 5
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Répétition des unités 1 à 5

Slide 1 - Slide

Unité 2 | C'est combien?
Les objectifs d'apprentissage
... ik weet wat ik een volgende keer anders zou aanpakken bij een (taal)taak.
....ik kan praten over geld, geld verdienen en zakgeld.
.... ik kan een eenvoudige tekst over winkelcentra begrijpen.
  • Révision/évaluation de la tâche | 5'
  • Vocabulaire Unité 2 | 5'
  • Les objectifs d'Unité 2 | 5'

  • Lisez: "Le centre-commercial" | 20'

Slide 2 - Slide

timer
1:30
Geld verdienen /hebben
Geld uitgeven / geen geld hebben
le petit boulot
l'argent
l'emploi
dépenser
gagner
acheter
fauché
faire des économies
perdre
payer
voler
riche

Slide 3 - Drag question

Les objectifs d'Unité 2
  • Ik kan praten over geld en zakgeld.
  • Ik kan praten over geld verdienen.
  • Ik kan vragen/zeggen wat iets kost.
  • Ik kan iemand vragen mij geld te lenen.

Slide 4 - Slide

Lisez "Le centre commercial"
  1. Beantwoord de vragen naast de tekst.
  2. Tel het aantal woorden in de tekst dat je al kent (elk woord telt mee).
  3. Schrijf 5 onbekende woorden uit de tekst op. Zoek de vertaling op www.interglot.com op en schrijf deze op. Let op: kijk goed of de zin in de context past!
Texte: le centre-commercial
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Aantal bekende
woorden

Slide 6 - Mind map

2 onbekende woorden
+ vertaling

Slide 7 - Mind map

Unité 3 | Sport et collège
Les objectifs d'apprentissage
..... ik begrijp de spelregels van voetbal in het Frans.
... (ik kan zeggen wanneer de volgende wedstrijd van het Franse elftal is)
  • Les objectifs d'Unité 3 | 10'

  • Au travail: Le championnat d'Europe! | 25'

Slide 8 - Slide

Les objectifs d'Unité 3
  • Ik kan vragen/zeggen hoe laat het is.
  • Ik kan vragen/zeggen hoe laat iets plaatsvindt.
  • Ik kan een afspraak maken.
  • Ik kan zeggen aan welke sport ik doe.
  • Ik kan zeggen wat ik op school gedaan heb. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

l'arbitre
le but
l'écharpe
l'equipe
le match
siffler

Slide 11 - Drag question