A1 les 11

les 11
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2MBOVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5Studiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

les 11

Slide 1 - Slide

Lesplan
1. check in
2. Spreekoefening de weg
3. Spreekoefening vormen
4. Spreekoefening cultuur
5. Grammatica v en z
6. Spreekoefening praatplaat
7. geen/niet

Slide 2 - Slide



Hoe gaat het met je?
 Check in

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Map

Vormen
1. Welke vorm is oranje?
2. Welke vorm is geel?
3. Welke kleur heeft de rechthoek?
4. Welke kleur heeft de ster?
5. Hoeveel vormen staan er?

Slide 5 - Slide

Spreekoefening cultuur
1. Wat voor Nederlands eten lijkt jou lekker?
2. Wat lijkt jou heel vies?
3. Weet jij wat hagelslag is?
4. Welke kleuren heeft het ijsje?
5. Wat eten ze in jouw land?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in.

1. Gisteren ______ ik naar school. (lopen)

2. Vorige week ______ ze een boek. (lezen)

3. Hij ______ gisteren een appel. (eten)

4. Wij ______ naar de markt. (gaan)

5. Zij ______ een liedje. (zingen)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

GEEN = 0 van iets
Je gebruikt "geen" als je zegt dat je iets niet hebt of iets niet is.
Het hoort bij dingen (zelfstandig naamwoorden).

📌 Voorbeelden:
Ik heb geen auto. (0 auto's)
Hij drinkt geen koffie. (0 koffie)
Wij hebben geen kinderen. (0 kinderen)

🟡 Let op: Je gebruikt "geen" als er anders "een" zou staan:
Ik heb een hond. → Ik heb geen hond.

Slide 13 - Slide

NIET = niet zo / niet doen
Je gebruikt "niet" als je een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of plaats ontkent.

📌 Voorbeelden:
Ik werk niet. (ik doe het niet)
Zij is niet moe. (ze is anders)
Wij wonen niet in Amsterdam. (andere plaats)
Hij loopt niet snel. (manier)

🟡 "Niet" komt vaak achteraan de zin of voor wat je wilt ontkennen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 18 - Slide