LUK 2.5_VPK_Bijeenkomst 4_KR Risico- en welzijnsdiagnose

• Verpleegkunde
• HBO
• Studiejaar 1

Verpleegkunde

LUK 2 

Bijeenkomst 4

Klinisch redeneren

Risico- en welzijnsdiagnoses stellen

Waar werken we naar toe? 

Succescriterium

Je begrijpt hoe de anamnese en de verpleegkundige diagnosen zich verhouden tot het zorgplan i.r.t. het verpleegkundig proces

Lesdoelen

• Je kent de structuur van de verpleegkundige risicodiagnose en de welzijnsdiagnose.
• Je begrijpt hoe je met de gegevens uit de anamnese tot een PE en  vervolgens tot een         Risicodiagnose komt.
• Je begrijpt hoe je met de gegevens uit de anamnese tot een Welzijnsdiagnose komt. 
• Je herkent verschijnselen m.b.t. gezondheidspatronen: Voeding en stofwisselingspatroon (2) en Stressverwerkingspatroon (10). 

Programma

• Voorkennis activeren door een kleine quiz     in Lessonup
• Instructie zorgplan en welzijns- en   risicodiagnose
• Carrousel Opdracht
• Presenteren van de opdracht


• Evaluatie van de les

Quiz voorbereiding

Wat weet je van.......

De structuur van een actuele verpleegkundige diagnose is

1. PESS
2. PE
3. PR
4. PSS

Hoe wordt een risicodiagnose vaak aangeduid?

1. PE
2. PES
3. PESS
4. PS

Welke van de volgende opties beschrijft het beste een risicodiagnose?

1. Een diagnose die alleen wordt gesteld als er al een probleem is
2. Een diagnose die aangeeft dat een probleem zich kan voordoen als er geen actie wordt ondernomen
3. Een diagnose die gericht is op het verbeteren van de gezondheid van de patiënt
4. Een diagnose die altijd een interventie vereist

Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij een welzijnsdiagnose?

1. Een diagnose die gericht is op het behandelen van een acute gezondheidscrisis
2. Een diagnose die een bestaand gezondheidsprobleem identificeert
3. Een diagnose die gericht is op het verbeteren van de gezondheid en het welbevinden van een patiënt
4. Een diagnose die aangeeft dat een patiënt risico loopt op complicaties

Methodisch Klinisch redeneren

1. Methodisch gegevens verzamelen (Gordon)
2.  Identificeren disfunctioneel gezondheidspatronen -> 
3. Clusteren van de gegevens
4. Diagnosefase: PESSEN en risicodiagnoses/welzijnsdiagnoses vaststellen
5. Interventiesfase (volgt nog)
6. Evaluatiefase (volgt nog)

Zorgplan

Deze dia kun je ook niet gebruiken. Het is even herhalen wat een zorgplan ook al weer is. 

Vorige week hebben wij het hierover gehad. 

Achterhaal of studenten nog weten en begrijpen hoe de anamnese en de verpleegkundige diagnosen

 zich verhouden tot het zorgplan i.r.t. het verpleegkundig proces. 

Nu even in beweging

Nu even in beweging komen, 5 minuten pauze

Opdracht	caroussel opdracht
Samenwerkingsvorm	4 personen
Duur	30 minuten

Caroussel opdracht

Benodigdheden: flappen en stiften.

Deze opdracht wordt in een carrousel vorm uitgevoerd.

De klas wordt in 4 groepen verdeeld. Elke groep is een station, dus 4 stations.

Maximaal 4 studenten per groep. Bij > 16 studenten, station 1 en 2 dubbel laten uitvoeren.

Bij elk station ligt een Flap en stiften.

Na afloop presenteert elk groepje dus niet een eigen gemaakte opdracht. Het is dus van belang, dat de bevindingen duidelijk opgeschreven gaan worden. 

Presenteren van de uitkomsten

• 15 minuten
• elk groepje  presenteert 
• de uitkomst van hun vierde station.
• Vergelijk de risicodiagnoses
  
• Verschillen?
  
• Overeenkomsten?
  
• Geef elkaar feedback op de gebruikte methode. 
  
• Verwerk de feedback 

Volgende week weer meenemen

Zijn de lesdoelen behaald?

Lesdoelen

Je kent de structuur van de verpleegkundige risicodiagnose en de welzijnsdiagnose.

Je begrijpt hoe je met de gegevens uit de anamnese tot een PE en vervolgens tot een Risicodiagnose komt.

Je begrijpt hoe je met de gegevens uit de anamnese tot een Welzijnsdiagnose komt.

Je herkent verschijnselen m.b.t. gezondheidspatronen: Voeding en stofwisselingspatroon (2) en Stressverwerkingspatroon (10).