V-2 hfst 1 Lineaire formules, deel 1 (t/m 1-2)

Hfst 1: Lineaire formules

1 / 41
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hfst 1: Lineaire formules

Slide 1 - Slide

voor de docent
Huiswerk t/m 1-3

Voorkennis: 2, 4 en 5
1-1: 2, 4, 6, 8
1-2: 11, 13, 14, 17

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. weet je hoe je voor wiskunde kunt leren.

.. weet je hoe je een grafiek tekent bij een formule.

.. ken je de begrippen: 

  formule, variabele, verband, hellingsgetal en startgetal.

.. weet je hoe een lineaire formule eruit ziet.


Slide 3 - Slide

Hoe leer je wiskunde?
Wiskunde is een doe vak
Je leert door te doen en doen is ontdekken.




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Leren doe je tijdens de les ..
  • Zorg dat je goed luistert naar de uitleg. 
  • Maak aantekeningen van datgene wat belangrijk is. 
  • Doe actief mee aan de klassikale oefeningen.
  • Lees de gegeven uitleg en/of theorie goed door.
  • Werk geconcentreerd aan de opgaven in het boek.
  • Zorg dat je altijd je spullen op orde hebt.
  • Wees vooral niet bang om vragen te stellen.

Slide 6 - Slide

.. en thuis
  • Sla een opgave nooit over omdat je hem niet goed begrijpt, maar probeer dat gedeelte te maken wat je wel begrijpt.
  • Lees de gegeven uitleg en/of theorie nog eens door.
  • Ipv niets opschrijven, schrijf je de gegevens op uit de vraag. Of je schrijft de hele vraag over.
  • Werk geconcentreerd aan de opgaven.
  • Werk je opgaven netjes en nauwkeurig uit.
  • Kijk de gemaakte opgaven goed na, zodat je kunt leren van je fouten.
  • Probeer er zelf achter te komen waarom je een opgave fout had.
  • Wees vooral niet bang om vragen te stellen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat weet je nog 
van formules?

Slide 9 - Mind map

Voorkennis H1

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Schrijf de volgende formule korter:
y = 4 x a + 11

Slide 12 - Open question

Schrijf de volgende formule zo kort mogelijk:

a = 3 + 4q - 5q - 7
A
a = 2q - 7
B
a = 4 -1q
C
a = 10 -q
D
a = -4 - q

Slide 13 - Quiz

Schrijf de volgende formule korter:
y = 7k - 6 - 6k + 5

Slide 14 - Open question

Schrijf de volgende formule zo kort mogelijk:

d=7t+5t2t+2t2
A
d=8t+7t2
B
d=7+7t2
C
d=6t+7t2
D
d=7t+7t2

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Teken de grafiek bij de formule
y = 0,5x + 2
Maak een foto van je uitwerking

Slide 18 - Open question

Gegeven de formule: y = 32 - 3p
Voor welke waarde van p geldt dat y = 14?
Door y=14 in te vullen verandert de formule in een vergelijking: 
14 = 32 - 3p
meestal is het handiger om dit om te draaien: 32 - 3p = 14
Daarna ga je de vergelijking oplossen met de bordjesmethode:

Slide 19 - Slide

Los de volgende vergelijking op:
6x + 5 = 65

Slide 20 - Open question

Los de volgende vergelijking op:
-90 = 60 - 2m

Slide 21 - Open question

Aan de slag

Maak: V-2, V-4 en V-5 uit je boek

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






Je gaat rustig aan het werk!
Overleggen mag op fluistertoon.

Slide 22 - Slide

1.1 Hellingsgetal en startgetal 
Een formule is een regel in woorden met wiskundige 
symbolen opgeschreven.
Je gebruikt een formule om het verband tussen twee  variabelen te beschrijven.
Een formule is net als een machine:
Je vult de waarde van een variabele in, door de formule wordt de waarde van de andere variabele berekend.


Een formule wordt altijd zo kort mogelijk geschreven. 
Woorden in de formule, de variabele, worden afgekort tot één letter (liefst geen hoofdletters).

Slide 23 - Slide

1.1 Hellingsgetal en startgetal 
Lineair betekent recht lijning, ofwel een rechte lijn.
Bij een lineaire formule is de grafiek dan ook een rechte lijn.

Een lineaire formule heeft altijd de vorm: y = x + b
Waarbij
a = toename of afname (hellingsgetal)
b = getal waar de grafiek door de y-as gaat (startgetal)



Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Sleep het snijpunt met de verticale as naar de juiste formule
p = 8 - 3x
t = 8n + 15
h = 15x + 3
(0,15)
(0,8)
(0,3)

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Hoort deze tabel bij een lineaire grafiek?
Zo ja, is die grafiek dan stijgend of dalen?

A
wel lineair
B
niet lineair
C
stijgend
D
dalend

Slide 28 - Quiz

Hoort deze tabel bij een lineaire formule?


Zo ja, is die grafiek dan stijgend of dalend


A
wel lineair
B
niet lineair
C
stijgend
D
dalend

Slide 29 - Quiz

Hoort deze tabel bij een lineaire formule?


Zo ja, is die grafiek dan stijgend of dalend
A
wel lineair
B
niet lineair
C
stijgend
D
dalend

Slide 30 - Quiz

Geef van de formules aan of de bijbehorende grafiek een dalende of een stijgende lijn is. Sleep de formule naar het juiste vak.
Stijgende lijn
dalende lijn
b = -2a
b = a + 4
b = 25 + 2a
b = -6a + 12
b = 10 - 3a
b = 2a - 5

Slide 31 - Drag question

Welke formule past bij deze grafiek?
A
b = 25t - 75
B
b = 75 - 25t
C
b = 25 + 75t
D
b = 75 + 25t

Slide 32 - Quiz

Aan de slag

Maak: 2, 4, 6 en 8 uit je boek

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






Je gaat rustig aan het werk!!
Overleggen mag op fluistertoon

Slide 33 - Slide

1-2 Formules van lijnen

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Zijn de volgende formules wel of geen lineaire formules?
Sleep ze naar het juiste vak.
wel lineair
niet lineair
y = 5x + 3
y = 5x
y = 3
x = 5

Slide 37 - Drag question

Sleep de formules naar het juiste vak
stijgende lijn
dalende lijn
horizontale lijn
verticale lijn
y = 4 - 2x
y = 4 
x = 4 
y = 2x + 4

Slide 38 - Drag question

Sleep de formule naar de juiste grafiek.
Grafiek 1
Grafiek 2
Grafiek 3
Grafiek 4
y = 1/3x - 1
x = 5
y = -1/2x + 2
y = -1

Slide 39 - Drag question

Welke formule past bij deze lijn?
A
y = x + 3
B
x = 3
C
y = 3
D
y = 3x

Slide 40 - Quiz

Aan de slag

Maak: 11, 13, 14, 17 uit je boek

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






Je gaat rustig aan het werk!!
Overleggen mag op fluistertoon

Slide 41 - Slide