2.4 Hellenisme

Leerdoelen 
H2 De Griekse wereld 
2.4 Hellenisme
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen 
H2 De Griekse wereld 
2.4 Hellenisme

Slide 1 - Slide

Perzische Oorlogen
Oorzaak





Gevolg
Peloponnessische Oorlog 
Oorzaak




Gevolg
TERUGBLIK
Perzen verslagen
Griekse stadstaten verzwakt
Kolonies betalen veel belasting aan de Perzen
Grote verschillen Sparta en Athene

Slide 2 - Drag question

Leerdoelen 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
Leerdoelen

Aan het einde van deze les kan je:

  1. De Griekse beeldentaal herkennen en beschrijven
  2. Uitleggen wat het Hellenisme betekent en dit herkennen in bronnen 
  3. Beschrijven hoe de Griekse beeldentaal zich verspreidde 

Slide 4 - Slide

Griekse cultuur
(Klassieke cultuur)

Slide 5 - Slide

Architectuur

Slide 6 - Slide

Deze zuil heeft vaak een voetstuk. De zuil is slanker dan de Dorische zuil en heeft relief versiering met krullen.
Deze zuil is kaal en breed. De zuil staat niet op een voetstuk en is vaak redelijk saai.
Deze zuil is nog slanker dan de Ionische zuil. Daarnaast zijn er veel versieringen 

Slide 7 - Slide

Alexander de Grote
Alexander de Grote 
334 v Chr. 



  • Alexander wordt koning Macedonië
  • Griekse stadstaten waren verzwakt
  • Alexander verovert stadstaten
  • Alexander verovert Perzië






Slide 8 - Slide

Alexander de Grote
Hellenisme 
Hellenisme: "verspreiding van (delen van)de Griekse cultuur door de veroveringen van Alexander de Grote."


  • Bouwkunst
  • Taal 
  • Geloof 
  • Nieuwe steden

Slide 9 - Slide

Leg in je eigen woorden, in één zin uit wat het Hellenisme is.

Slide 10 - Open question


Zijn de stellingen juist of onjuist? Kies het juiste antwoord 
1: Het Hellenisme is een gevolg van de veroveringen van Alexander
2: Het Hellenisme veroorzaakte de verzwakking van Athene en Sparta

A
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 11 - Quiz


Leg uit in één zin uit welke bron het beste past bij het begrip Hellenisme. 
Gebruik de bron 

Slide 12 - Open question

Stel een vraag over een onderdeel dat je nog lastig vindt

Slide 13 - Open question

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 14 - Open question

Leerdoelen 
Leerdoelen

Aan het einde van deze les kan je:

  1. Uitleggen wat Hellenisme betekent
  2. Het verband tussen Alexander de Grote en het Hellenisme uitleggen
  3. Sporen van Hellenisme herkennen in bronnen

Slide 15 - Slide