Techniek 4 - Les 6

• Techniek
• MBO
• Studiejaar 2

Planmatig samenwerken 3 - Les 1

Weekplanning

Wk 1: Geautomatiseerde processen

Wk 2: Besturingstechniek

Wk 3: Meet- en regeltechniek

Wk 4: Regelaars

Wk 5: Proces in de praktijk (herhaling en samenbrengen)

Wk 6: Proces in de praktijk (herhaling en verdieping afwijkingen)

Wk 7: Eindopdracht

Leerdoelen

Jij:

• Benoemt de onderdelen van de meet- en regelkring;
  
• Legt de werking uit van de onderdelen van de meet- en regelkring;
  
• Legt de werking uit van de onderdelen van de besturingskring;
  
• Benoemt de onderdelen van de besturingskring;
  
• Benoemt de functie en werking van de onderdelen van de besturingskring;
  
• Benoemt de onderdelen van een geautomatiseerd systeem;
  
• Benoemt hoe onderdelen in het geautomatiseerde systeem ingesteld worden en wie wat mag doen.

Lesplanning

• Protocol afwijkingen & acties
• Praktijk: Afwijkingen in het productieproces 

Welke stappen doorloop je als je een afwijking in een geautomatiseerd systeem signaleert?

Protocol afwijkingen & acties

1.  Signalering

2. Registratie

3. Eerste actie

4. Melding

5. Diagnose

6. Correctieve maatregelen

7.  Documentatie

8. Follow-up

Bij een crackerproducent bevat een verpakking slechts drie crackers, terwijl er volgens de specificatie vier in moeten zitten.
Hoe signaleer je dit?

1. Signalering

• Controleer continu proceswaarden en productkenmerken.
  
• Let op afwijkingen in meetwaarden, alarmmeldingen of visuele signalen.
  

Je hebt gesignaleerd dat er maar drie crackers in de verpakking zitten, in plaats van vier crackers.
Wat registreer je?

2. Registratie

• Noteer afwijkingen in het logboek of digitaal registratiesysteem.
  
• Leg vast: datum, tijd, type afwijking, betrokken apparatuur.

Je hebt de afwijking geregistreerd.
Welke acties zet je uit?

3. Eerste actie

• Stop het proces alleen als dit volgens protocol is toegestaan.
  
• Voer een visuele inspectie uit (sensoren, kabels, instellingen).

Je hebt de sensoren, kabels en instellingen van de lijn gecontroleerd. Je ziet dat één van de sensoren versleten is. Het proces mag je volgens protocol niet direct stoppen.
Wat ga je vervolgens doen?

4. Melding

• Informeer direct de verantwoordelijke (operator, teamleider, technische dienst).
  
• Gebruik vastgestelde communicatielijnen (telefoon, meldformulier).

Je hebt gebeld met je teamleider en de storing gemeld.
Welke vervolgstap neem je?

5. Diagnose

• Controleer meet- en regelapparatuur op kalibratie en storingen.
  
• Vergelijk actuele waarden met normwaarden en setpoints.

Je hebt de meet- en regelapparatuur gecontroleerd. Hieruit blijkt inderdaad dat één sensor niet werkt. De overige apparatuur is gekalibreerd en werkt naar behoren.
Wat ga je nu doen?

6. Correctieve maatregelen

• Pas instellingen alleen aan als je bevoegd bent.
  
• Voer herstelwerkzaamheden uit volgens veiligheidsvoorschriften.
  
• Schakel een onderhoudsmonteur of engineer in bij complexe storingen.

Je hebt de onderhoudsmonteur geïnformeerd om de storing te melden.
Welke vervolgstap neem je?

7. Documentatie

• Noteer alle genomen acties en resultaten.
  
• Rapporteer afwijkingen en oplossingen aan kwaliteitsafdeling.

Alle gegevens over de storing en de ondernomen acties zijn vastgelegd.
Wat ga je doen ter afsluiting?

8. Follow-up

• Controleer of het proces weer binnen de specificaties draait.
  
• Plan (preventieve) onderhoudsactie indien nodig.

Lesplanning

• Protocol afwijkingen & acties
• Praktijk: Afwijkingen in het productieproces 

Leerdoelen

Jij:

• Registreert en controleert juist en nauwkeurig de meetgegevens;
  
• Signaleert en rapporteert afwijkingen van meet-, productiewaarden en/of het uiterlijk van het product volledig en nauwkeurig volgens richtlijnen;
  
• Is voortdurend alert op afwijkingen aan proces, product en apparatuur en -reageert hierop volgens protocol.

Opdracht

Neem de praktijkopdracht door; Praktijk: afwijkingen in het productieproces.