meervoud -en / -s

enkelvoud en meervoud

ENKELVOUD = 1 ding

MEERVOUD = meer dan 1 ding
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

enkelvoud en meervoud

ENKELVOUD = 1 ding

MEERVOUD = meer dan 1 ding

Slide 1 - Slide

1. Meervoud -en
krant --> krantEN

boek --> boekEN

MAAR!!!

boom --> bomEN (maar één o!)
pen --> penNEN (2x n!)
huis --> huiZEN (s wordt z)
dief --> dieVEN (f wordt v)

Slide 2 - Slide

2. Meervoud -s
Alle woorden die eindigen op -é, -e, -el, -en, -er, -em, -ie

Bijvoorbeeld:
café --> cafés
jasjE --> jasjes
tafEL --> tafels
bakkER --> bakkers
bezEM --> bezems
vakantIE --> vakanties

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat moet ik doen?
* Je krijgt oefeningen op het meervoud.

* Maak ze ALLEMAAL!

* SUCCES!

Slide 5 - Slide

STAP 1
Is het enkelvoud of meervoud? 

Kies het juiste antwoord.

Slide 6 - Slide

BOOM
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 7 - Quiz

KOEIEN
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 8 - Quiz

SCHOEN
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 9 - Quiz

STAP 2
Geef het meervoud van de volgende woorden.

DENK GOED AAN DE REGELS!

Slide 10 - Slide

tafel

Slide 11 - Open question

arm

Slide 12 - Open question

tand

Slide 13 - Open question

lepel

Slide 14 - Open question

muis

Slide 15 - Open question

balpen

Slide 16 - Open question

duif

Slide 17 - Open question

school

Slide 18 - Open question

STAP 3
Zet de zin in het meervoud.

Een voorbeeld:
Het boek ligt op de tafel.
-->
De boeken liggen op de tafel.

Slide 19 - Slide

De bal rolt weg.

Slide 20 - Open question

De kaas ligt op de grond.

Slide 21 - Open question

Hoe vond jij deze les? Slepen maar!
Reflectie
Ik vond deze les ...

HEEL LEUK
WEL LEUK
LEERZAAM
MOEILIJK

Slide 22 - Drag question