pw 1 bespreken

1 / 49
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

3 november 2023
startklaar: 
tafel=leeg 
telefoon= in je tas
mond=dicht, ogen naar het bord
De Profeet (vzmh) zei:
"Vrees onrecht, want onrecht zal als duisternis verschijnen op de Dag der Opstanding!!”
(Muslim) 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les begrijp jij wat je goed en fout hebt gedaan op de toets.

Slide 3 - Slide

Hoe gaan we dat bereiken?
  1. Je krijgt een kopie van je toets en een groene pen
  2. Op het bord staan de vragen + het antwoord + de punten
  3. goed= krul, fout = streep, onduidelijk = omcirkelen
  4. als laatst tel je je punten op 

Slide 4 - Slide

Hoe gaan we dat bereiken?
  1. Je krijgt een kopie van je toets en een groene pen
  2. Op het bord staan de vragen + het antwoord + de punten
  3. goed= krul, fout = streep, onduidelijk = omcirkelen
  4. als laatst tel je je punten op

geen vragen stellen tijdens de bespreking; schrijf je vraag op je kopie. 

Slide 5 - Slide

Hoe gaan we dat bereiken?
  1. Je krijgt een kopie van je toets en een groene pen
  2. Op het bord staan de vragen + het antwoord + de punten
  3. goed= krul, fout = streep, onduidelijk = omcirkelen
  4. als laatst tel je je punten op

Emoties zijn menselijk, normaal.
Uit je emoties op een gepaste en beschaafde wijze :) 

Slide 6 - Slide

Bismillah 
13 vragen + 5 bonusvragen 

Slide 7 - Slide

1 (1p)
Bekijk figuur 1. Je ziet dat de rivier een diepe insnijding heeft uitgeschuurd.
Hoe noem je het proces dat een rivier zich steeds dieper insnijdt?






Slide 8 - Slide

1 (1p)
Bekijk figuur 1. Je ziet dat de rivier een diepe insnijding heeft uitgeschuurd.
Hoe noem je het proces dat een rivier zich steeds dieper insnijdt?

Antwoord: Erosie 




Slide 9 - Slide

2 (1p) 
Wat voor soort dalen worden door een gletsjer gevormd?



Slide 10 - Slide

2 (1p) 
Wat voor soort dalen worden door een gletsjer gevormd?

antwoord: U-dalen

Slide 11 - Slide

3 (1p)
Bekijk figuur 2. Welke uitspraak is juist?
A Bij nummer 1 begint het middelgebergte.
B Bij nummer 4 ligt het heuvelland.
C Bij nummer 2 begint het hooggebergte.
D Bij nummer 3 begint het heuvelland.


antwoord = D

Slide 12 - Slide

3 (1p)
Bekijk figuur 2. Welke uitspraak is juist?
A Bij nummer 1 begint het middelgebergte.
B Bij nummer 4 ligt het heuvelland.
C Bij nummer 2 begint het hooggebergte.
D Bij nummer 3 begint het heuvelland.



Slide 13 - Slide

4 (1p)
Op welke twee manieren wordt de hoogte op een topografische kaart weergeven?

Slide 14 - Slide

4 (1p)
Op welke twee manieren wordt de hoogte op een topografische kaart weergeven?

antwoord: met cijfers en hoogtelijnen

Slide 15 - Slide

5 (2p)
Maak de juiste combinaties van cijfers (begrippen) en letters (omschrijvingen). Denk er wel aan dat er omschrijvingen over blijven.



Slide 16 - Slide

5 (2p)
Maak de juiste combinaties van cijfers (begrippen) en letters (omschrijvingen). Denk er wel aan dat er omschrijvingen over blijven.

antwoord: 

1-D, 2-G, 3-E, 4-F, 5-C, 6-A



Slide 17 - Slide

6 (1p)
In welk deel van de rivier vindt vooral sedimentatie plaats?
A in de benedenloop
B in de bovenloop
C in de middenloop

Slide 18 - Slide

6 (1p)
In welk deel van de rivier vindt vooral sedimentatie plaats?
A in de benedenloop
B in de bovenloop
C in de middenloop

antwoord: A

Slide 19 - Slide

7 (1p)
Welke sedimenten worden alleen door een rivier afgezet?
A veen
B klei
C löss
D zand
E basalt
F grind

Slide 20 - Slide

7 (1p)
Welke sedimenten worden alleen door een rivier afgezet?
A veen
B klei
C löss
D zand
E basalt
F grind

antwoord: B, D, F

Slide 21 - Slide

8 (1p)
Water en ijs spelen een belangrijke rol bij de processen van verwering en erosie.
Welk proces vindt vooral in gletsjers plaats?


Slide 22 - Slide

8 (1p)
Water en ijs spelen een belangrijke rol bij de processen van verwering en erosie.
Welk proces vindt vooral in gletsjers plaats?

antwoord: erosie 

Slide 23 - Slide

9 (1p)
Bekijk figuur 3. De stuwwal heeft de vorm van een U en aan de noordkant een opening. Dit komt omdat het ijs uit een bepaalde richting naar Nederland kwam. Uit welke richting kwam het landijs Nederland binnen?
A het zuiden
B het westen
C het oosten
D het noorden

Slide 24 - Slide

9 (1p)
Bekijk figuur 3. De stuwwal heeft de vorm van een U en aan de noordkant een opening. Dit komt omdat het ijs uit een bepaalde richting naar Nederland kwam. Uit welke richting kwam het landijs Nederland binnen?
A het zuiden
B het westen
C het oosten
D het noorden

antwoord: D

Slide 25 - Slide

10 (2p)
In figuur 4 zie je hoe een landschap is gevormd.
Plaats de cijfers in de goede volgorde en leg je keuze uit. Gebruik daarbij de begrippen verwering en erosie.

Slide 26 - Slide

10 (2p)
In figuur 4 zie je hoe een landschap is gevormd.
Plaats de cijfers in de goede volgorde en leg je keuze uit. Gebruik daarbij de begrippen verwering en erosie.

antwoord: 
De volgorde is 2 - 1 - 3.
Eerst wordt door verwering het landschap afgebroken en door erosie verder uitgeschuurd.

Slide 27 - Slide

11 (2p)
Bekijk de reliëfkaart van Duitsland in figuur 5. (Hoe donkerder, hoe hoger.)
In welk gebied vindt de meeste verwering plaats: 1, 2, 3 of 4?

Slide 28 - Slide

11 (2p)
Bekijk de reliëfkaart van Duitsland in figuur 5. (Hoe donkerder, hoe hoger.)
In welk gebied vindt de meeste verwering plaats: 1, 2, 3 of 4?

antwoord: gebied 4 

Slide 29 - Slide

12
Bekijk figuur 6. In welk deel van de rivier de Elbe is deze foto genomen? Geef twee bewijzen voor je keuze.

Slide 30 - Slide

12
In de benedenloop, omdat het land erg vlak is en de rivier stroomt hier rustig.

Slide 31 - Slide

13 (2p)
Het afbrokkelen van bergtoppen door vorst gaat in zes stappen.
Zet de cijfers in de juiste volgorde.
1 Regenwater vult de spleten.
2 In de rots zitten spleten en scheuren.
3 Een stuk steen breekt af.
4 Het gaat vriezen.
5 De spleet wordt groter.
6 Het water zet uit.

Slide 32 - Slide

13 (2p)
Het afbrokkelen van bergtoppen door vorst gaat in zes stappen.
Zet de cijfers in de juiste volgorde.
1 Regenwater vult de spleten.
2 In de rots zitten spleten en scheuren.
3 Een stuk steen breekt af.
4 Het gaat vriezen.
5 De spleet wordt groter.
6 Het water zet uit.
                                           antwoord: 2 – 1 – 4 – 6 – 5 – 3

Slide 33 - Slide

14 (1p)
In welk deel van de rivier de Mackenzie is deze foto genomen en welk proces vindt hier vooral plaats?
A In de benedenloop: hier vindt vooral verwering plaats.
B In de benedenloop: hier vindt vooral sedimentatie plaats.
C In de middenloop: hier vindt vooral erosie plaats.
D In de middenloop: hier vindt vooral sedimentatie plaats.

Slide 34 - Slide

14 (1p)
In welk deel van de rivier de Mackenzie is deze foto genomen en welk proces vindt hier vooral plaats?
A In de benedenloop: hier vindt vooral verwering plaats.
B In de benedenloop: hier vindt vooral sedimentatie plaats.
C In de middenloop: hier vindt vooral erosie plaats.
D In de middenloop: hier vindt vooral sedimentatie plaats.

Slide 35 - Slide

15 (2p)
In figuur 8 zie je de vorming van een gebergte.
Leg uit waarom je bij C fossiele schelpen kunt vinden.

Slide 36 - Slide

15 (2p)
In figuur 8 zie je de vorming van een gebergte.
Leg uit waarom je bij C fossiele schelpen kunt vinden.

antwoord: De zeebodem met de fossielen is door het botsen van de platen omhooggekomen.

Slide 37 - Slide

16 (2p)
Gebruik figuur 9.
Bij welke letter in deze figuur kun je het best een gemaal bouwen? Verklaar je antwoord.

Slide 38 - Slide

16 (2p)
Gebruik figuur 9.
Bij welke letter in deze figuur kun je het best een gemaal bouwen? Verklaar je antwoord.

antwoord: 
Bij D; een gemaal pompt regenwater uit de polder naar de zee.

Slide 39 - Slide

In de ondergrond van Nederland kom je verschillende grondsoorten tegen zoals klei, zand, veen, grind en löss. Welke grondsoorten stellen de cijfers 1, 2 en 3 voor?
17 (2p)

Slide 40 - Slide

In de ondergrond van Nederland kom je verschillende grondsoorten tegen zoals klei, zand, veen, grind en löss. Welke grondsoorten stellen de cijfers 1, 2 en 3 voor?
antwoord: 1= zand, 2 = veen, 3 = klei 
17 (2p)

Slide 41 - Slide

In figuur 10 zie je doorsnede van West- naar Oost-Nederland. Wat stellen de letters A t/m D voor?
Kies uit: veenpolder – plas – droogmakerij – duinen.

18 (2p)

Slide 42 - Slide

In figuur 10 zie je doorsnede van West- naar Oost-Nederland. Wat stellen de letters A t/m D voor?
Kies uit: veenpolder – plas – droogmakerij – duinen.
antwoord: A = duinen, B = veenpolder, C = droogmakerij, D = plas



18 (2p)

Slide 43 - Slide

Puntentelling

Slide 44 - Slide

EVALUEER
1. Wat vond je goed gaan?
2. Wat wil je de volgende toets anders doen tijdens het leren?
3. Wat heb je daarvoor nodig?

Slide 45 - Slide

Lokaal netjes opruimen :)
alle toetsen en groene pennen terug naar de docent
stoel aanschuiven

Slide 46 - Slide

huiswerk
topografie EUROPA leren 
pak een leerblad voorin het lokaal 
succes met leren :) 

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide