SO §1.1 t/m 1.4
Wat is sedimenteren?
A
Een ijsmassa schuurt de bodem van het dal verder uit.
B
De ijsmassa smelt in de zomer af en groeit in de winter weer aan.
C
De rivier legt zand langs
de oevers van de binnenbocht neer.
D
De rivier schuurt steeds verder een buitenbocht uit.
1 / 15
Items in this lesson
Wat is sedimenteren?
A
Een ijsmassa schuurt de bodem van het dal verder uit.
B
De ijsmassa smelt in de zomer af en groeit in de winter weer aan.
C
De rivier legt zand langs
de oevers van de binnenbocht neer.
D
De rivier schuurt steeds verder een buitenbocht uit.
Slide 1 - Quiz
Zandsteen wordt uit zand gevormd. Waaruit is kalksteen ontstaan?
Slide 2 - Open question
Welke uitspraken gaan over mechanische verwering? Typ alleen de letters van de goede zinnen.
A Het gesteente verandert van samenstelling.
B Plantenwortels groeien en zorgen ervoor dat spleten in gesteente groter worden.
C Het ontstaan van kleine putjes in beelden op een kerk.
D Stenen breken als gevolg van grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht.
E Het ontstaan van grotten.
F Het gesteente valt uit elkaar in kleinere stukken.
A Het gesteente verandert van samenstelling.
B Plantenwortels groeien en zorgen ervoor dat spleten in gesteente groter worden.
C Het ontstaan van kleine putjes in beelden op een kerk.
D Stenen breken als gevolg van grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht.
E Het ontstaan van grotten.
F Het gesteente valt uit elkaar in kleinere stukken.
Slide 3 - Open question
Noem twee kenmerken van een jong gebergte zoals de Alpen en de Rocky Mountains.
Slide 4 - Open question
a. Hoe noem je het soort gesteente dat ontstaat wanneer magma gaat afkoelen?
b. Geef een voorbeeld van zo’n gesteente.
b. Geef een voorbeeld van zo’n gesteente.
Slide 5 - Open question
Welke rol spelen plantenwortels bij de chemische verwering van gesteenten?
Slide 6 - Open question
Bekijk de foto.
Welk woord past niet bij deze foto?
hooggebergte – verwering – erosie –
sedimentatie – stenen
Welk woord past niet bij deze foto?
hooggebergte – verwering – erosie –
sedimentatie – stenen
A
Hooggebergte
B
Verwering
C
Erosie
D
Sedimentatie
Slide 7 - Quiz
Hieronder staat een aantal verschijnselen die optreden bij mechanische verwering.
In welk antwoord staan de cijfers 1 tot en met 6 in de juiste volgorde?
1 Het water zet uit.
2 Een stuk steen breekt af.
3 De spleet wordt groter.
4 Het gaat vriezen.
5 Het regenwater vult de spleten.
6 In de rots zitten spleten en scheuren.
In welk antwoord staan de cijfers 1 tot en met 6 in de juiste volgorde?
1 Het water zet uit.
2 Een stuk steen breekt af.
3 De spleet wordt groter.
4 Het gaat vriezen.
5 Het regenwater vult de spleten.
6 In de rots zitten spleten en scheuren.
A
1, 5, 4, 2, 6, 3
B
6, 5, 4, 1, 3, 2.
C
5, 6, 4, 1, 3,2
D
2, 1, 3, 4, 6, 5
Slide 8 - Quiz
Welke uitspraken zijn juist? Typ de letters van de goede zinnen.
A Zwaartekracht is een massabeweging.
B Het vooruitschuiven van een gletsjer is een massabeweging.
C Een modderstroom uit de bergen is een voorbeeld van een massabeweging.
D Door massabewegingen ontstaan V-dalen.
E Na massabewegingen zal het materiaal gaan verweren.
F Bij massabewegingen kan het materiaal schuiven, rollen en vallen.
A Zwaartekracht is een massabeweging.
B Het vooruitschuiven van een gletsjer is een massabeweging.
C Een modderstroom uit de bergen is een voorbeeld van een massabeweging.
D Door massabewegingen ontstaan V-dalen.
E Na massabewegingen zal het materiaal gaan verweren.
F Bij massabewegingen kan het materiaal schuiven, rollen en vallen.
Slide 9 - Open question
Welk(e) van de volgende kenmerken is/zijn van toepassing op sedimentgesteente? (Let op: één of meer antwoorden kunnen goed zijn.) Typ de letters van de goede zinnen.
A gelaagd
B gevlekt
C met fossielen
D losse korrels
E ontstaan uit magma
A gelaagd
B gevlekt
C met fossielen
D losse korrels
E ontstaan uit magma
Slide 10 - Open question
Bekijk figuur 3. Geef aan of de beweringen juist of onjuist zijn.
A Hier vindt vooral erosie plaats.
B Deze foto is gemaakt in de middenloop van de rivier.
C Op de foto zie je een puinhelling.
D Hier vindt verwering plaats.
A Hier vindt vooral erosie plaats.
B Deze foto is gemaakt in de middenloop van de rivier.
C Op de foto zie je een puinhelling.
D Hier vindt verwering plaats.
Slide 11 - Open question
Waarom vinden er in jonge gebergten meer massabewegingen plaats dan in oude gebergten?
Slide 12 - Open question
Bekijk de figuur over het ontstaan van een dal. Kijk goed naar de onderkant en zet de letters in de juiste volgorde.
Slide 13 - Open question
Erosie door rivieren vindt vooral plaats in de bovenloop.
Geef twee kenmerken van de rivier die ervoor zorgen dat juist in de bovenloop erosie optreedt.
Geef twee kenmerken van de rivier die ervoor zorgen dat juist in de bovenloop erosie optreedt.
Slide 14 - Open question
Gebruik de Grote Bosatlas.
Welke rivier heeft een delta als monding?
Welke rivier heeft een delta als monding?
A
Garonne
B
Taag
C
Seine
D
Donau
