11 mei 2hv1

Hey there!
---Bijwoorden en bijvoeglijke naamwoord: adverbs en adjectives
---Samen online oefenen 
---Weektaak 5.1 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hey there!
---Bijwoorden en bijvoeglijke naamwoord: adverbs en adjectives
---Samen online oefenen 
---Weektaak 5.1 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Ik ken het verschil tussen bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden.
- Ik ken de verschillende soorten bijwoorden.
- Ik weet waar de bijwoorden horen in een zin.
- Ik kan zelf voorbeelzinnen geven.

Slide 2 - Slide

   Adverbs(bijwoord) & Adjectives(bijvoeglijke naamwoord)
Adverb = zeggen iets over een werkwoord, ander bijwoord of bijvoeglijk naamwoord
"drove carefully"     "incredibly quickly"    "surprisingly easy"

Adjectives= zeggen iets over een zelfstandig naamwoord
"The careful driver" "The angry teacher" "A beautiful dress"

Slide 3 - Slide

Bijwoorden
Een bijwoord (adverb) zegt iets over een werkwoord (verb) of over een ander bijwoord of bijvoeglijk naamwoord.

Het bijwoord komt NA het werkwoord.

He         talked         nervously.
            verb              adverb

Slide 4 - Slide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.

                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak!
                                                        


Slide 5 - Slide

Hoe vorm je een bijwoord?
De meeste bijwoorden worden gevormd door –ly toe te voegen achter het bijvoeglijke naamwoord: 

beautiful – beautifully 
quick - quickly

Slide 6 - Slide

Hoe?
een bijwoord vorm je door:
-ly achter het bijv nw te zetten quick-ly
- let op! met woorden die op een y eindigen: happy wordt happily

Slide 7 - Slide



Adjective (bijv. nw.)
beautiful
awful
slow

funny
gentle
systematic
true
full


Adverb (bijwoord)
beautifully
awfully
slowly

funnily
gently
systematically
truly
fully
De vorm 
Een adverb is vaak een adjective gevolgd door -ly
Maar dat is niet altijd zo ...
fast
high
long
straight
daily
fast
high
long
straight
daily

Slide 8 - Slide

Bijvoegelijke naamwoord
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
A red car
Red zegt iets over Car

The big bag
Big zegt iets over Bag

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Weektaak 5.1 (Basic)
Werkboek page. 9: exercise 7 

Voor online: Unit 5 lesson 1 Basic

Slide 13 - Slide