Les 4: Onderwerp uit meerdere woorden

Hoe zat het ook alweer?
Hoe vinden we de persoonsvorm in een zin?

Hoe vinden we het onderwerp in de zin?
1 / 8
next
Slide 1: Slide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe zat het ook alweer?
Hoe vinden we de persoonsvorm in een zin?

Hoe vinden we het onderwerp in de zin?

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Ik kan een onderwerp dat uit meerdere woorden bestaat uit een zin halen.

Slide 2 - Slide

Het onderwerp
Het onderwerp is degene (of datgene) die iets doet:

Wie of wat + persoonsvorm?


Slide 3 - Slide

Het onderwerp
Op het strand ligt een man.

1. Wat is de persoonsvorm?

2. Wie of wat + persoonsvorm?

Het antwoord op vraag 2 is het onderwerp.


Slide 4 - Slide

Het onderwerp
Op het strand ligt een zeester met zes armen.

1. Wat is de persoonsvorm?

2. Wie of wat + persoonsvorm?

Het antwoord op vraag 2 is het onderwerp.


Slide 5 - Slide

Het onderwerp
Het onderwerp van een zin kan een woord of een woordgroep zijn.

In de fles zit een brief in indianentaal.

In de brief staan de laatste woorden van een indianenprins.

Slide 6 - Slide

Schrijf het hele onderwerp op.
Pak je wisbordje en schrijf het antwoord op:

1. De dappere kleuter prikt in een kwal.

2. 's Middags is het terras van het laatste strandtentje erg vol.

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Had je ze allebei goed? Begin bij **.
Had je een fout? Begin bij *.

Slide 8 - Slide