Thema 7 Ecologie BS 6 Piramides en stomen in ecosysthemen

7.6 Piramides en stromen in ecosystemen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

7.6 Piramides en stromen in ecosystemen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt omschrijven wat piramides van aantallen en van piramides biomassa weergeven
Je weet wat biomassa is

Slide 2 - Slide

Omschrijf deze voedselketen:
De plantjes worden gegeten door de sprinkhanen, reigers eten kikkers en de kikkers eten de sprinkhanen.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Piramide van aantallen

met andere woorden:
Geeft weer uit hoeveel organismen een schakel in de voedselketen  bestaat.
Is niet altijd een piramidevorm

Slide 5 - Slide

2 voorbeelden

Slide 6 - Slide

2 Piramides schematisch weergegeven

Slide 7 - Slide

Waar verwacht je een piramide van aantallen die GEEN piramide vorm heeft?
A
Bos
B
Weiland

Slide 8 - Quiz

Piramide van biomassa
Biomassa= het totale gewicht van alle energierijke stoffen in een organisme (koolhydraten / eiwitten / vetten)

Slide 9 - Slide

Elke schakel heeft energieverlies door:
- verbranding( bijvoorbeeld voor: warmhouden,  voor beweging, etc.)
-fecalia
- afgestorven onderdelen

Slide 10 - Slide

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren

Slide 11 - Quiz

Piramide van biomassa
heeft altijd:
een piramidevorm
(Want per schakel gaat
er energie verloren)

Slide 12 - Slide

    BINAS 93
Je ziet dat het overgrote deel van de lichtenergie van de zon direct terug gaat naar de atmosfeer in de vorm van warmte.

1,2% wordt gebruikt voor fotosynthese door de producenten.

Bij elke stap (producent, herbivoor, (top)carnivoor) gaat er energie terug naar de atmosfeer (celprocessen, warmte)

Er is steeds minder energie beschikbaar voor de volgende stap (herbivoor, (top)carnivoor)

De begrippen
herbivoor en (top) carnivoor moet je begrijpen.

Slide 13 - Slide