Grammatica zinsdelen H5 - 1P

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

SO grammatica 

Veel succes!

Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?

1. Aan/Voor wie + pv + ow?
2. Aan/Voor wie + wg + lv?
3. Aan/Voor wie + wg + ow?
4. Aan/Voor wie + wg + ow + lv?

Noteer PV, OW, WG, LV en het MV van de zin die je ziet staan. Klik op het vraagteken! Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje. Schrijf het zo op:
pv= ....
ow= ....
etc.

Wie van jullie wil het nieuws aan de buurman vertellen?

Noteer PV, OW, WG, LV, MV en de BWB van de zin die je ziet staan. Klik op het vraagteken! Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje. Schrijf het zo op:
pv= ....
ow= ....
etc.

De vertegenwoordiger van het bedrijf licht ons de werkwijze van de afdeling toe.

Noteer PV, OW, WG, LV, MV en BWB van de zin die je ziet staan. Klik op het vraagteken! Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje. Schrijf het zo op:
pv= ....
ow= ....
etc.

Elke middag parkeer ik mijn fiets voor het raam van de woonkamer.

Noteer PV, OW, WG, LV, MV en BWB van de zin.
Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje. Schrijf het zo op:
pv= ....
ow= ....

Binnenkort stuurt de commissie informatie rond aan de deelnemers.

Noteer PV, OW, WG, LV, MV en BWB van de zin die je ziet staan. Klik op het vraagteken! Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje. Schrijf het zo op:
pv= ....
ow= ....
etc.

Aan de waterkant heeft Koert aan zijn vriendin de liefde verklaard

Noteer PV, OW, WG, LV, MV en BWB van de zin die je ziet staan. Klik op het vraagteken! Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje. Schrijf het zo op:
pv= ....
ow= ....
etc.

De sollicitatiecommissie ontvangt je om vier uur precies bij de receptie

Welke werkwoorden kunnen géén meewerkend voorwerp bij zich hebben?

1. afstaan
2. bezorgen
3. praten
4. slapen

Welke werkwoord(en) kunnen géén meewerkend voorwerp bij zich hebben?

1. doneren
2. doorgeven
3. kraken
4. melden

In welke zin is ‘voor haar’ een meewerkend voorwerp? Leg vervolgens uit waarom in de andere zin ‘voor haar’ geen meewerkend voorwerp is.

A Wil je voor haar een kroket meenemen?
B Wil je tijdens de voorstelling niet voor haar gaan zitten?

juist of onjuist.
1 Vraagwoorden waarmee je bijwoordelijke bepalingen zoekt, zijn een bijwoordelijke bepaling.
2 Een zin kan maximaal één bijwoordelijke bepaling bevatten.

1. 1= onjuist 2= onjuist
2. 1= onjuist 2= juist
3. 1= juist 2= onjuist
4. 1= juist 2= juist

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb) uit de volgende zinnen. Zet een streepje (-) als er geen bijwoordelijke bepaling in de zin zit.

Waarover gaat die film morgenavond in de stadsschouwburg?

Voeg aan de zin twee bijvoeglijke bepalingen toe. Je mag de zinsvolgorde niet veranderen.

Jelmar en Vincent gaven een feest.

Maak een zin met de volgende zinsdelen in de aangegeven volgorde:
bwb – pv/wg – ow – lv – bwb – wg – wg.