Th4, B6 Kruisingen1

B3: Kruisingen
Th3: Erfelijkheid
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B3: Kruisingen
Th3: Erfelijkheid

Slide 1 - Slide

Doelstelling
  • Je moet een kruisingsschema kunnen opstellen
  • Je moet bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen kunnen afleiden

Slide 2 - Slide

Juist of onjuist?

Slide 3 - Slide

Heterozygoot betekent dat het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke genen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Als een persoon zowel het gen voor blauwe als het gen voor bruine oogkleur bezit, is deze persoon homozygoot voor de oogkleur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij een organisme dat heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap komt het dominante gen tot uiting in het fenotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een persoon bij wie een dominant gen tot uiting komt in het fenotype kan homozygoot zijn voor deze eigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Kruisingen

In een kruisingsschema worden de generaties aangegeven

P: Ouders

F1: De eerste generatie nakomelingen (kinderen)

F2: De tweede generatie nakomeningen (keinkinderen)


Slide 8 - Slide

Het opstellen van een kruisingsschema
  1. Wat zijn de gegevens?
  2. Welke genotypen kunnen ontstaan?
  3. Wat zijn de genotypen van de ouders?
  4. Wat kunnen de geslachtscellen voor gen bevatten?
  5. Welke mogelijkheden zijn er voor het versmelten van een eicel en een spermacel

Slide 9 - Slide

Een kruising

Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homozygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. De nakomelingen (kinderen) worden onderling gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.


Werk deze kruising uit

Slide 10 - Slide

Een kruisingsschema

P:                                  AA             x                    aa

Geslachtscellen:    A                                      a

F1:                                                  Aa

                                     Aa             x                 Aa

Geslachtscellen: A of a                         A of a

F2:


Slide 11 - Slide

Nog een oefening

Bij cavia's is de eigenschap voor kort haar dominant over dat van lang haar.

Een homozygote kortharige cavia wordt gekruist met een langharige cavia. De nakomelingen kruisen zich onderling voort.


Werk deze kruising uit t/m de F2

Slide 12 - Slide

En dan nu....

Huiswerk:

Maken tm opdracht 

Leren tm B4!

Slide 13 - Slide