Thema 6 - les 9 en 10 - woordenschat thema vervelen

Wanneer verveel jij je wel eens?
1 / 29
next
Slide 1: Open question
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Wanneer verveel jij je wel eens?

Slide 1 - Open question

Waar spreek jij wel eens af met je vrienden?

Slide 2 - Open question

lesdoel
Ik leer woorden bij het thema vervelen.
Ik leer hoe je woorden beter kunt onthouden.

Slide 3 - Slide

boek blz. 44

Slide 4 - Slide

afspreken
Elkaar beloven dat je samen iets gaat doen.
Ik spreek af
Ik sprak af
Ik heb afgesproken
Ik heb afgesproken met mijn vriendin. Zij komt bij mij thuis spelen.

Slide 5 - Slide

aldoor
steeds, de hele tijd.
Ik hoor aldoor een geluid dat klinkt als water. Dat was de kraan die aldoor druppelde,

Slide 6 - Slide

allereerst
als eerste
Ruim allereerst je kamer een op. Als dat klaar is mag je pas wat anders doen.

Slide 7 - Slide

constant
Voortdurend, alsmaar door
Sommige kinderen vervelen zich nooit en ander kinderen vervelen zich constant.

Slide 8 - Slide

om iets denken
Niet vergeten, letten op
Ik moet erom denken om een cadeautje voor Moederdag te maken. Dat mag ik niet vergeten.

Slide 9 - Slide

ompraten
Met iemand praten zodat hij van gedachten verandert.
Ik praat om
Ik praatte om
Ik heb omgepraat
Mijn vriendje wilde geen spelletje doen. Gelukkig heb ik hem kunnen ompraten en gaan wij nu Uno spelen.

Slide 10 - Slide

een poos
een tijdje
Ik ben net jarig geweest. Dus het duur nu nog een hele poos voordat ik weer jarig ben.

Slide 11 - Slide

het tempo
Hoe snel of langzaam je iets doet.
Bij een tempo toets mo je heel snel de sommen maken. Dat gaat in een hoog tempo. Bij een gewone toets krijg je meer tijd.

Slide 12 - Slide

vervolgens
Daarna
Wij gingen uit eten. Eerst aten we soep, vervolgens pizza en ten slotte nog een heerlijk toetje.

Slide 13 - Slide

ten slotte
Op het laatst, aan het eind.
Wij gingen uit eten. Eerst aten we soep, vervolgens pizza en ten slotte nog een heerlijk toetje.

Slide 14 - Slide

zich voorstellen
Iets in gedachte voor je zien
Ik stel me voor
Ik stelde me voor
Ik heb me voorgesteld
Ik kan me niet voorstellen dat ik later oud wordt. Ik voel mij nog altijd jong.

Slide 15 - Slide

zelden
Bijna nooit.
Ik verveel mij zelden. Ik heb altijd wel iets te doen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat hebben de woorden in een woordtrap met elkaar te maken?
A
Die woorden betekenen het tegenovergestelde.
B
Bij die woorden wordt het steeds meer of hoger.
C
Die woorden hebben dezelfde betekenis.

Slide 18 - Quiz

Zet de woorden in de goede trap.
ten slotte
constant

Slide 19 - Drag question

Kijk naar de woordtrap. Welk woord komt op de lege plek.
constant
in een rustig tempo
zelden

Slide 20 - Drag question

Kijk naar de woordtrap. Welk woorden komen op de lege plekken.
constant
in een rustig tempo
zelden

Slide 21 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de lege plek.
Ik wil met mijn vriend voetballen.

Ik wil met hem ......................................
aldoor
zich voorstellen
afspreken
ompraten
allereerst
ten slotte
denken om
vervolgens

Slide 22 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de lege plek.
"Maar het regent", zegt hij. 
En ik moet een beetje  .....................................   mijn enkel.
Die heb ik laatst verzwikt.
aldoor
zich voorstellen
afspreken
ompraten
allereerst
ten slotte
denken om
vervolgens

Slide 23 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de lege plek.
Dat doe ik ................................        Hij zegt dat hij geen zin heeft.
Kan hij .....................................        hoe dat voor mij voelt?
aldoor
zich voorstellen
afspreken
ompraten
allereerst
ten slotte
denken om
vervolgens

Slide 24 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de lege plek.
"Maar het regent ....................................",   zegt hij. 

En ik moet een beetje  .....................................   mijn enkel.
Die heb ik laatst verzwikt.
aldoor
zich voorstellen
afspreken
ompraten
allereerst
ten slotte
denken om
vervolgens

Slide 25 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de lege plek.
.....................................   vertel ik hem dat we veel moeten trainen als we profs willen worden.



aldoor
zich voorstellen
afspreken
ompraten
allereerst
ten slotte
denken om
vervolgens

Slide 26 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de lege plek.
Op die manier kan ik hem misschien ......................................

En ja hoor. Hij komt ......................................   toch.
aldoor
zich voorstellen
afspreken
ompraten
allereerst
ten slotte
denken om
vervolgens

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

aan het werk
ga de woorden alvast leren.

Slide 29 - Slide