les 10 bron I

Le planning
- Afrondingsweek
- Corriger le test formatif
- Grammaire
- Écrire

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Le planning
- Afrondingsweek
- Corriger le test formatif
- Grammaire
- Écrire

Slide 1 - Slide

Afrondingsweek
Voca ABEF, PC’s CG, Gram DH
moyens de transport + voorzetsels bij plaatsen/landen/voertuigen
kloktijden
frankrijkkunde 

Op de toets wordt ook gevraagd een ervaring te schrijven over een buitenlandse trip die je hebt gemaakt. Waar was je, hoe/hoe laat ben je er gekomen, wat is je mening, waar was het bij in de buurt etc. 

Slide 2 - Slide

Écrire
Je bent op buitenlandverblijf geweest (let op, PC en IMP) tijdens je tussenjaar  en schrijft een recensie voor de site. Geef aan:
- Op welke plek (stad/land) je bent geweest en hoe lang;
(- Wat was het doel van je trip? talenreis? high school? workaway? au pair? noem maar op.)
- Wat je hebt gedaan tijdens je trip; (ten minste 2 activiteiten)
- Waar je hebt overnacht en hoe dit was;
- Wat er in de buurt te doen/te zien was. Beschrijf de omgeving. 
- Op welke manier je hebt gereisd (trein), hoe lang je reis was en hoe je bent gereisd, hoe laat vertrokken, of het makkelijk ging (overstappen? reserveren?) en of het duur was;



Slide 3 - Slide

Corriger le test formatif
onderdeel 1: 3x2 = 6 pt
onderdeel 2: 3x1 = 3 pt
onderdeel 3: 3x1,5pt (1 vz 0,5 plek) = 4,5pt
onderdeel 4: 2x2pt = 4pt
onderdeel 5: 4x1pt = 4pt


helft goed? 
helft vd pt.
bij 1 en 4 kwart goed? kwart vd pt.
tot: 21,5pt -->    13pt = v      17pt = g

Slide 4 - Slide

Le pronom personnel
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 5 - Slide

Voorbeeld in het Nederlands

Ik geef een cadeau.

Ik geef het.


Ken jij die voetballer?

Ik ken hem.

Lijdend voorwerp vinden:
wie of wat + gez + onderwerp

Slide 6 - Slide

Voorbeeld in het Frans

Je regarde la télé.

Je la regarde.


Tu connais mon ami Vincent?

Oui, je le connais. 

Lijdend voorwerp vinden:
wie of wat + gez + onderwerp

Slide 7 - Slide

Lv vervangen voor pers. vnw
stappenplan:

Stap 1: zoek het lijdend voorwerp in de zin (wie of wat+gez+ow)
Stap 2: kijken voor welk pers. vnw we het kunnen vervangen

Plek in de zin:
Stap 3: ga op zoek naar de pv (eerste ww in de zin)
Stap 4: kijk of er nog een heel ww in de zin staat
Stap 5: Staat er alleen een pv in? Dan komt het pers. vnw vóór de pv.
               Staat er ook een heel ww in? Dan komt het pers. vnw vóór het hele ww

Slide 8 - Slide

Je kan een lijdend voorwerp vervangen door le, la ,l' of les

      

       mannelijk - le          Tu connais le chanteur?

                                              Oui, je le connais.


       vrouwelijk - la         Tu regardes la photo?
                                              Oui, je la regarde.

Slide 9 - Slide

Je kan een lijdend voorwerp vervangen door le, la ,l' of les

      

         voor een klinker of h - l'          Tu as déjà son autographe?

                                                                    Oui, je l'ai déjà. 


         meervoud - les     Tu achètes les magazines?
                                              Oui, je les achète.

/

Slide 10 - Slide

Je mange une glace.
A
Je le mange.
B
Je la mange.
C
Je l'mange.
D
Je les mange.

Slide 11 - Quiz

Je connais les garçons.
A
Je le connais.
B
Je la connais.
C
Je l'connais
D
Je les connais.

Slide 12 - Quiz

Je veux trouver mon chien

Slide 13 - Open question

J'ai rencontré une chanteuse.
A
J'ai rencontré le.
B
J'ai rencontré la.
C
Je l'ai rencontré.
D
Je la ai rencontré.

Slide 14 - Quiz

Il a raconté l'histoire

Slide 15 - Open question

Vous pouvez faire ces exercices?

Slide 16 - Open question