G2 - Cours 4 - Passé Composé avoir & être


Bienvenue!
Aan het einde van deze les .....
  • .... kan ik de passé composé van être & avoir correct gebruiken.
  • .... heb ik verteld waar ik (niet) ben geweest en wat ik (niet ) heb gedaan.
  • .... heb ik geoefend met de werkwoorden via www.verbuga.eu

1. Telefoon > telefoontas
2. Spullen op tafel
3. Ouvre Lessonup.app 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Bienvenue!
Aan het einde van deze les .....
  • .... kan ik de passé composé van être & avoir correct gebruiken.
  • .... heb ik verteld waar ik (niet) ben geweest en wat ik (niet ) heb gedaan.
  • .... heb ik geoefend met de werkwoorden via www.verbuga.eu

1. Telefoon > telefoontas
2. Spullen op tafel
3. Ouvre Lessonup.app 

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Révision Passé Composé (app.3 + ex. 7,8,10) [5min]
  • Faites: exercices 11 + 12 [ 15 min ]
  • Parlez: exercice 12 [ 5 min]
  • Faites: Verbuga [10 min]


Les devoirs - het huiswerk
  • Exercices 11 ,12, 13
  • Apprendre 3 + 4

Slide 2 - Slide

J'ai ......... au concert
A
été
B
eu
C
suis
D
aller

Slide 3 - Quiz

Mes copains ...........un bon week-end.
A
ont été
B
ont eu
C
sont
D
sont été

Slide 4 - Quiz

Vertaal: "Hij heeft niet gepraat"

Slide 5 - Open question

Présent & Passé Composé
  • Présent: ik reis / jullie reizen
  • Passé composé: ik heb gereisd / jullie hebben gereisd

Stap 1: Persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, hij, wij etc.)
Stap 2: Juiste vorm van hebben (heb, hebt, heeft, hebben etc.)
Stap 3: Voltooid deelwoord (= infinitief 'min' -er 'plus' -é)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Au travail: Exercices 11+12 (13=hw)
  • Faire exercice 11
A]  Vertaal eerst de zin. Kies dan of eu (gehad) of été (geweest) daarin past.
B] Het werkwoord achter de zin moet in de passé composé gezet worden.
Let op: op de stippellijn moeten dus 2 woorden komen te staan:
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord.

Voorbeeld: "Nous __________un cadeau (avoir)" --> Nous avons eu un cadeau
C]  Kijk goed naar het pers.vnw in het antwoord. Vervolgens moet je "ne....pas" op de juiste plek zetten. Voorbeeld: "Tu as parlé? > Non, je n'ai pas parlé"
  • Préparez: exercice 12
    > Schrijf in je (online) schrift 3 zinnen waar je geweest bent/gehad hebt/gedaan hebt + 3 x wat je niet gedaan hebt. --> de gesprekjes doen we deze of volgende les
timer
15:00

Slide 8 - Slide

Parler: exercice 12
1. Voisin/voisine
> Vertel om-en-om waar je wel/niet bent geweest
> Vertaal elkaars zinnen hardop --> klopt het?
> Corrigeer elkaar.
2. Camarade de classe
> Als jullie klaar zijn, zoek je een andere klasgenoot en doe je het zelfde als hierboven.
3. En classe
> Aan het einde vraag ik een aantal voorbeelden. Wees voorbereid.
timer
4:00

Slide 9 - Slide

Verbuga.eu
  • Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
  • Tijden: présent & passé composé
  • Onregelmatige: avoir & être
  • Regelmatige: parler & regarder
  • > Bevestig
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Les devoirs
  • Faites: exercices 11 + 12 + 13
  • > 12 spreken in volgende les
  • Étudiez: apprendre 3 + 4
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Check: Objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les .....
.... kan ik de passé composé van être & avoir correct gebruiken. 
... heb ik verteld waar ik (niet) ben geweest en wat ik (niet) heb gedaan
.... heb ik geoefend met de werkwoorden via www.verbuga.eu

Slide 12 - Slide

Sortir de la salle de classe
Verlaten klaslokaal:
  • Laptop dicht
  • Spullen in de tas
  • Papiertjes etc opruimen (ook grond)  & in prullenbak/papierbak
  • Tafel recht 
  • Stoel aanschuiven
  • Blijven zitten tot de bel gaat

Slide 13 - Slide