1.1 - Zuivere stof of Mengsel (deel 1)

1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1.1 - Zuivere stof of Mengsel
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 2 - Slide

  • Drie verschillende soorten mengsels herkennen en eigenschappen benoemen.
  • Het verschil tussen een homogene en heterogene mengsels uitleggen.
  • Dichtheid berekenen.
  • Uit een stolcurve/smeltcurve bepalen of het een zuivere stof of mengsel is.
Leerdoelen

Slide 3 - Slide

Wat is een stofeigenschap?

Slide 4 - Open question

Noem zoveel mogelijk
stofeigenschappen!

Slide 5 - Mind map

dfa
fdaf
Wat te doen
  • Lezen blz. 8 en 9 en 10 uit je boek

Slide 6 - Slide

Mengsel
(Verschillende stoffen)
Zuivere stof
(verschillende atomen)

Slide 7 - Slide

Mengsel 
(meerdere soorten moleculen)
"Zuivere" stof 
(bestaat uit 1 soort molecuul)

Slide 8 - Slide

2 is een......?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 9 - Quiz

Zie je een
zuivere stof of een mengsel
en waarom?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 10 - Quiz

Gedestilleerd water is ...
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 11 - Quiz

Aardgas is ...
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 12 - Quiz

Dit is een ...
A
mengsel, vaste stof
B
mengsel, vloeistof
C
zuivere stof, vaste stof
D
zuivere stof, vloeistof

Slide 13 - Quiz

Welke definitie pas het best bij het mengsel oplossing?
A
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
B
Vaste stof of vloeistof volledig opgelost
C
Vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel.

Slide 14 - Quiz

Welke definitie pas het best bij het mengsel suspensie?
A
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
B
Vaste stof of vloeistof volledig opgelost
C
Vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel.

Slide 15 - Quiz

Welke definitie pas het best bij het mengsel emulsie?
A
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
B
Vaste stof of vloeistof volledig opgelost
C
Vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

  • Dichtheid: is een stofeigenschap. Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter van een bepaalde stof is. 
  • Formule voor dichtheid:



Dichtheid=VolumeMassa
Wat is de dichteid?

Slide 18 - Slide

1

Slide 19 - Video

00:53
Water heeft een dichtheid van 1,0 g/cm3. IJzer heeft een dichtheid van 7,8 g/cm3. Hierdoor zou ....
A
ijzer drijven
B
ijzer zweven
C
ijzer zinken

Slide 20 - Quiz

Dichtheid
Uitleg van plaatje

Slide 21 - Slide

Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58 
cm3g
IJzer:
7,80 
cm3g
De dichteid van water is 1,0       .
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.
Uitleg slide

Slide 22 - Slide

Dichtheid

Slide 23 - Slide

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap

Slide 24 - Slide

Uitleg van deze plaatjes

Slide 25 - Slide

dichtheid=volumemassa
Uitleg rekenen met dichtheid

Slide 26 - Slide

Dichtheid
Uitleg ombouwen van een formule

Slide 27 - Slide

=
dichtheid=volumemassa
volume
massa
dichtheid
/
*

Slide 28 - Drag question

welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid

Slide 29 - Drag question

0

Slide 30 - Video

Hoe bereken je de dichtheid van een voorwerp
A
dichtheid = massa x volume
B
dichtheid = massa : volume
C
dichtheid = volume : massa
D
dichtheid = eindstand - beginstand

Slide 31 - Quiz

Wat is het symbool van dichtheid?
A
p
B
ρ
C
P
D
π

Slide 32 - Quiz

1
4
3
  • Inhoud is hetzelfde als volume.
Inhoud/Volume berekenen
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Volume = 3 x 4 x 1 = 12 
cm3

Slide 33 - Slide

Een blokje heeft een massa van 80 gram en een breedte van 4 cm een lengte van 3 cm en hoogte 1 cm. 
Bereken de dichtheid van de stof.
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Eenheden
5. Berekening
6. Antwoord
1. V = 4x3x1 = 12         en m = 80 gram
2. ρ = ? 
3. 
4. V =
5.
6. ρ = 6,67 
p=Vm
cm3
cm3
p=1280
cm3g
Dichtheid berekenen

Slide 34 - Slide

dfa
fdaf
Onderzoekje
  • Van welke materiaal is het blokje gemaakt?

  1.  Pak een blokje en aan A4-papiertje.
  2. Pak één dichtheidsblokje uit de bak.
  3. Meet/bereken het volume en de massa van het blokje.
  4. Bereken (op juiste manier) de dichtheid.
  5. Laat het controleren door de docent. 
Gevraagd
Gegeven
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 35 - Slide