Thema 9 Milieu blok 2


Engeland
rond 1700



  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
  • Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.

Het Britse Rijk omstreeks 1700
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Engeland
rond 1700



  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
  • Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.

Het Britse Rijk omstreeks 1700

Slide 1 - Slide


Schietspoel
1733



  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 2 - Slide


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 3 - Slide


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). 
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 4 - Slide


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 5 - Slide


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 6 - Slide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 9 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 10 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 11 - Quiz

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 12 - Quiz

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 13 - Quiz

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw

Slide 14 - Quiz

In welke beroepen begon de Industriele revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 15 - Quiz

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel

Slide 16 - Quiz

Begrippen uit deze les






  • schietspoel
  • Spinning Jenny
  • Cotton Gin
  • stoommachine
  • cokes
  • hoogovens
  • huisnijverheid

Slide 17 - Slide

Personen uit deze les

  • John Kay
  • James Hargreaves
  • Eli Whitney
  • Thomas Newcomen
  • James Watt

Slide 18 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 1705: stoommachine van Newcomen
  • 1733: uitvinding van de schietspoel
  • 1764: uitvinding van de Spinning Jenny
  • 1764: James Watt verbetert de stoommachine

  • 1793: uitvinding van de Cotton Gin

Slide 19 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Open question

Steenkool 
In Engeland gebruikte men steenkool als brandstof toen hout te duur werd.
Nadeel >>  veel luchtvervuiling.

Steenkool zit diep in de grond.  Er werden mijnen gegraven om steenkool uit de grond te halen. 

In 1712 bedacht Newcomen de stoompomp en de eerste stoommachine. 
Nadeel >> de stoommachine verbruikt zelf veel steenkool.

Slide 22 - Slide

Stoommachines en fabrieken
In 1764 verbeterde James Watt de stoompomp tot  de stoommachine >> fabrieken konden zo veel producten tegelijk maken.

Er waren ook ontwikkelingen  in de landbouw>>  de common fields  >> het  land van kleine boertjes wordt opgekocht door grootgrond-bezitters >> zo ontstond grootschalige landbouw >> er werd meer voedsel  geproduceerd >>betere gezondheid  >> hierdoor groeide de bevolking >> meer mensen zochten werk in fabrieken >>  rond de fabrieken ontstonden steden >> urbanisatie

De Industriële Revolutie is de verandering in de manier van produceren van handmatige productie naar machinale productie in fabrieken. 

Slide 23 - Slide

Gevolgen voor de samenleving
We kijken een video over de Industriele revolutie. 
Noteer de gevolgen die je ziet voor de samenleving en waar je dat aan ziet.  Welke gevolgen voor het milieu zie je? 

Slide 24 - Slide

Gevolgen voor de samenleving
  • Sociale kwestie: Voor arbeiders was het werk saai, ze kregen lage lonen en ze hadden slechte huizen. 
  • Steeds meer vervoer >> Stoommachine werd gebruikt in schepen en treinen. Eind 19e eeuw reden ook de eerste auto’s. 
  • Communicatie >> De post kon veel sneller worden vervoerd. Door de komst van de telefoon en de telegraaf ging de communicatie sneller. 
  • Welvaart neemt toe >> Na 1850 stegen de lonen en werden de leef- en werkomstandigheden beter, producten goedkoper en de welvaart steeg. 
  • Scholen en wetenschap >> Om te blijven vernieuwen investeerde men in wetenschap, onderzoek en onderwijs. 
  • Sterke bevolkingsgroei >> grote kennis over gezondheid en betere hygiëne  

Slide 25 - Slide

...en de gevolgen voor het milieu
  • Door industrialisatie zijn er meer fossiele brandstoffen nodig. Daardoor ontstaat er luchtvervuiling en raken energiebronnen uitgeput
  • Er is er meer bebouwing en infrastructuur. Veel bos verdwijnt. Daardoor is er meer kans op overstromingen. 
  • Er zijn steeds meer nieuwe producten, zoals plastic. Daardoor is er meer en gevaarlijker afval. 

Slide 26 - Slide

Zelfstandig 15 minuten in stilte
Eerst de opdrachten omcirkelen
Maken van blok 2 thema 9:
1-2-6-12-13-14-15-16-18-22 van blok 2

Slide 27 - Slide