§9 Samengestelde zin

§9 Samengestelde zin
Goedemiddag CH2TA!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

§9 Samengestelde zin
Goedemiddag CH2TA!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk bespreken
  •  Uitleg samengestelde zin
  • Korte oefening
  • Opdrachten maken uit het boek

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les §3 naamwoordelijk gezegde

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog over
het naamwoordelijk gezegde (ng)?

Slide 4 - Mind map

Het werkwoordelijk gezegde bevat...
A
alle zelfstandig naamwoorden in de zin.
B
alle koppelwerkwoorden in een zin.
C
alle bijvoeglijke naamwoorden in een zin
D
alle werkwoorden in de zin.

Slide 5 - Quiz

Het naamwoordelijk gezegde zegt..
A
Wat iemand of iets is.
B
Wat iemand of iets doet.
C
Wat iemand of iets heeft gedaan.

Slide 6 - Quiz

Bij welk gezegde zit altijd een koppelwerkwoord in de zin?
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quiz

Naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde
Veel kinderen blijken hun digitale vaardigheden te overschatten.
Beide zussen woonden lange tijd apart van elkaar.
Het vertrouwen in Willem Alexander lijkt de laatste tijd minder groot.

Slide 8 - Drag question

Wat zijn de negen koppelwerkwoorden?

Slide 9 - Open question

Naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp doet iets 
Het onderwerp is iets.

Slide 10 - Drag question

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk en het naamwoordelijk gezegde zijn.

Je kan bepalen wat de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en het naamwoordelijk gezegde is.
Je kan zelf zinnen maken met een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde.
Je kan beredeneren of een zin een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde heeft.

Slide 11 - Drag question

§3 Naamwoordelijk gezegde
Huiswerk bespreken

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Volgens velen was Johan Cruyff de allerbeste voetballer ter wereld.

De keepster van de handbalvrouwen schijnt heel aardig te zijn.

Voor haar opa en oma bakt Evelien graag een lekkere boterkoek.

Slide 13 - Slide

Ik begrijp wat het naamwoordelijk gezegde inhoudt.
010

Slide 14 - Poll

Bijstellingen 
§ 9 Samengestelde zin

Slide 15 - Slide

Bekijk de volgende zinnen
1. Lavezzi zet de verwarming lager.
2. Lavezzi zet de verwarming lager, want zij heeft het warm.
3. Omdat Lavezzi het warm heeft, zet zij de verwarming lager.
4. Lavezzi zet de verwarming lager, want zij heeft het warm, doordat ze een wollen trui draagt.

Slide 16 - Slide

Theorie

Zin 1 heeft maar één persoonsvorm  Dat betekent dat er maar één werkwoord is dat de tijd of de vorm van de zin bepaalt. Een zin met één persoonsvorm noem je een enkelvoudige zin.

Voorbeeld:  
Lavezzi zet de verwarming lager.
Hier is zet de persoonsvorm, dus het is een enkelvoudige zin.

Zin 2, 3 en 4 hebben meer dan één persoonsvorm. Dit betekent dat de zinnen uit meerdere werkwoorden bestaan die samen de tijd of vorm van de zin bepalen. Zinnen met meer dan één persoonsvorm  noemen we samengestelde zinnen.

Voorbeeld:  
Lavezzi zet de verwarming lager, want zij heeft het warm, doordat ze een wollen trui draagt.
Hier zijn er drie persoonsvormen: zet, heeft en droeg. Omdat er meer dan één persoonsvorm is, is dit een samengestelde zin.

Dus:
- **Enkelvoudige zin** = 1 persoonsvorm
- **Samengestelde zin** = meer dan 1 persoonsvorm

Slide 17 - Slide

Er zijn hoofdzinnen en bijzinnen

Slide 18 - Slide

Theorie
Hoofdzin
Bijzin
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar.
Tussen onderwerp en persoonsvorm kunnen andere zinsdelen staan. (Bijvoorbeeld het woordje "niet").
De persoonsvorm staat voor in de zin: als eerste of tweede zinsdeel.
De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 19 - Slide

Theorie
Een samengestelde zin heeft altijd een hoofdzin.

Een samengestelde zin kan uit meerdere hoofdzinnen bestaan.

Een samengestelde zin uit een hoofdzin en één of meerdere bijzinnen hebben.

Een samengestelde zin kan uit meerdere hoofdzinnen bestaan met ook nog één of meerdere bijzinnen.


Slide 20 - Slide

Uitleg interview

Slide 21 - Slide

Huiswerk

Maak opdracht 1 t/m 5 
Bladzijde 222
Klaar? Pak je leesboek erbij

Slide 22 - Slide

Ik begrijp nu wat een samengestelde zin is en wat het verschil is tussen een hoofdzin en een bijzin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll