This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 4 taarten
Slide 1 - Slide
Taarten maskeren
Slide 2 - Slide
Zet de technieken die je toepast bij het maken van een slagroomtaart in de juiste volgorde. Kies uit: Vullen Opspuiten Doorsnijden Decoreren Afbakken Kapsel draaien
Slide 3 - Open question
Bij de banketbakker kun je veel producten kopen. Welke van de onderstaande producten vallen onder de productgroep ‘beslagproducten’? Omcirkel het juiste antwoord.
A
A. Spritsen, cake en moorkoppen
B
B. Kapsel, tompouces en cake
C
C. Kapsel, cake en moorkoppen
D
D. Speculaasjes, cake en moorkoppen
Slide 4 - Quiz
Welke techniek wordt er op de afbeelding uitgebeeld?
A
Opzetten
B
Aanzetten
C
Maskeren
D
Decoreren
Slide 5 - Quiz
Taarten worden vaak helemaal omhuld met een laag slagroom of crème, voordat ze voorzien worden van een laagje chocolade schaafsel. Hoe noem je het omhullen/glad strijken van slagroom of crème bij een taart?
A
Opzetten
B
Aanzetten
C
Maskeren
D
Decoreren
Slide 6 - Quiz
Welke vulling wordt op de afbeelding ingespoten?
A
A. Banketbakkersroom
B
B. Gele room
C
C. Crème patissière
D
D. Alle bovengenoemde antwoorden zijn goed.
Slide 7 - Quiz
Een moorkop wordt gemaakt van .... Dit product valt onder de productgroep beslagproducten.
A
kapselbeslag
B
soezenbeslag
C
cakebeslag
Slide 8 - Quiz
Welk bindmiddel wordt gebruikt van bavarois?
A
Bloem
B
Eiwit
C
Gelatine
D
Zetmeel
Slide 9 - Quiz
Uit welke drie componenten bestaat bavaroise?
Slide 10 - Open question
Met welke ingrediënten kun je het best een botercrème maken?