BLOK 1 GRAMMATICA (Anette)

GRAMMATICA 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

GRAMMATICA 

Slide 1 - Slide

doel van deze les: 

Slide 2 - Slide

Vul een woord in dat past in de zin: 
Joris ..... naar mij.
lacht
1
zwaait
2
roept
3
loopt
4

Slide 3 - Slide

Ik ..... na schooltijd.

Slide 4 - Open question

De leraar ..... een spannend verhaal.

Slide 5 - Open question

Onze klas ..... een klassenfeest.

Slide 6 - Open question

1. Ik speel na schooltijd.   

2. De leraar vertelt een spannend verhaal.

3. Onze klas heeft een klassenfeest. 

het werkwoord is: speel
het werkwoord is: vertelt
het werkwoord is: heeft

Slide 7 - Slide

theorie op blz 19 

Slide 8 - Slide

Zoek het werkwoord ...
Er komen dadelijk 3 zinnen.
Je hoeft alleen maar het werkwoord op te schrijven. 

Slide 9 - Slide

Onze mentor vertelt een spannend verhaal.

Slide 10 - Mind map

Ik vertel mijn kleine zusje een grappig verhaaltje.

Slide 11 - Mind map

Wij vertellen elkaar een goede mop.

Slide 12 - Mind map

Lees de theorie op blz 20 

Slide 13 - Slide

opdracht
Maak 3 zinnen met het werkwoord SPRINGEN. 

Gebruik dit werkwoord steeds op een andere manier.  (dus: steeds iemand anders.....)

Slide 14 - Slide

Mijn 3 zinnen met het werkwoord
SPRINGEN.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Huiswerk
Maak opdracht 15, 16, 17 in je schift 
Zet het nummer van de opdracht boven de opdracht. 
Je hoeft daarna alleen de werkwoorden op te schrijven. 

Slide 17 - Slide

nakijken opdr 15 
  1. valt
  2. schaats
  3. vegen
  4. loopt
  5. stopt
  6. dansen
  7. vangt
  8. Fiets
  9.  springen
  10. roepen

Slide 18 - Slide

nakijken opdr 16
  1. tekenen – schrijven – huilt
  2. geven – schoonmaken – begrijp – doe – lezen
  3. spelen – rent – varen

Slide 19 - Slide

Kun jij alle werkwoorden vinden? 
Je krijgt 10 zinnen.
Klik op het werkwoord. Dat wordt dan rood.
Tel hoeveel werkwoorden je gevonden hebt. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Ik had .... werkwoorden goed.
A
minder dan 5
B
5 of 6
C
7 of 8
D
9 of 10

Slide 22 - Quiz

Weet je het nog?
Een werkwoord is een doe-woord.
Een werkwoord vertelt wat iets of iemand doet. 

Er komt nu een opdracht. Is het woord een werkwoord of niet? 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Weer 10 werkwoorden.
Je krijgt 10 zinnen.
Klik op het werkwoord. Dat wordt dan rood.
Tel hoeveel werkwoorden je gevonden hebt. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Ik had .... werkwoorden goed.
A
minder dan 5
B
5 of 6
C
7 of 8
D
9 of 10

Slide 28 - Quiz

Er komt nu een woordzoeker.
Zoek alle werkwoorden.
Het zijn er:   15

Het is een moeilijke opdracht!  Probeer maar eens. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Ik weet dat een werkwoord een doe-woord is.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 31 - Quiz

Deze vragen heb ik nog voor de juf :

Slide 32 - Open question