12.4 Je lijkt op (deel 2)

12.4: Je lijkt op ... (deel 2)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

12.4: Je lijkt op ... (deel 2)

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Biobliotheek-tijd
  • Instructie met vragen
  • Verwerking

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. uitleggen wat het verschil is tussen een gen, allel en chromosoom.  
2. uitleggen wat het verschil is tussen je genotype en fenotype.

Slide 3 - Slide

Bibliotheek-tijd
  • Lezen blz. 180-181
  • Bestudeer bron 6
timer
5:00

Slide 4 - Slide

3

Slide 5 - Video

03:00
Wat is de definitie van een gen?
A
Een gen is een synoniem voor het genoom
B
Een gen is een wenteltrap met lange DNA-moleculen
C
Een gen is je uiterlijk
D
Een gen is een deel van het DNA met het recept voor 1 eiwit

Slide 6 - Quiz

05:53
Herhalingsvraag 2: Hoeveel chromosomen heeft een zaadcel?
A
46
B
44
C
23
D
22

Slide 7 - Quiz

05:53
Herhalingsvraag 3: Wat hoort bij een vrouw?
A
22 chromosoomparen, waaronder een X en Y-chromosoom
B
23 chromosoomparen, waaronder een X en Y-chromosoom
C
22 chromosoomparen, waaronder twee X-chromosomen
D
23 chromosoomparen, waaronder twee X-chromosomen

Slide 8 - Quiz

Gen vs. Allel
1 gen wordt gevormd door twee allelen (elk op 1 van de chromosomen van een chromosomenpaar). Samen vormen de allelen de code voor 1 eigenschap.

Slide 9 - Slide

Sleep de woorden in het juiste vak.
Gen
Allel
Haarkleur
rood haar
flapoor
Blauwe ogen

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Video

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
hetzelfde fenotype en genotype
D
verschillende genotype en fenotype

Slide 12 - Quiz

Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype
B
Het genotype komt voort uit het fenotype
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieu-invloeden

Slide 13 - Quiz

Mathilde laat een permanent zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel en fenotype niet
B
fenotype wel en genotype niet
C
genotype niet en fenotype niet
D
genotype wel en fenotype wel

Slide 14 - Quiz

Verwerken
  • Maak de opdrachten 15-22 van 12.4 uit je werkboek.
  • Klaar: kijk de vragen na (de antwoorden staan op It's Learning; zie planner)

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
1. uitleggen wat het verschil is tussen een gen, allel en chromosoom.  
2. uitleggen wat het verschil is tussen je genotype en fenotype.

Slide 16 - Slide