werkwoordspelling 22

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Deze les is een uitlegles.

• Voor iedere zin word je gezegd wat voor soort woord of het is.
• Ik zet een link onder deze dia, waar je een denkstappenkaart onder kunt vinden. Laat deze open in een extra tabblad op je computer. 

Weet je nog?

• Wanneer het in te vullen woord de persoonsvorm van de zin is gebruik je de bovenste helft van je denkstappenkaart.
• Je let dan op enkelvoud/ meervoud
• verleden tijd of tegenwoordige tijd
• verleden tijd is het een klankvast of klankveranderend werkwoord
• klankveranderend? Ik schrijf het woord zoals ik het hoor!

Geen persoonsvorm?

• is het in te vullen woord geen persoonsvorm?
• gebruik dan de onderste helft van je denkstappenkaart!

beschermen (bijv. gebruikt volt. dw)
In de dierentuin leven ... dieren

1. beschermde
2. beschermdde

overleven (voltooid deelwoord)
Willeke heeft de val ...

1. overleeft
2. overleefd
3. overleefdt

voorbereiden (verleden tijd)
Gisteren ... wij het toneelstuk ...

1. bereidden voor
2. bereiden voor
3. bereden voor

aanraken (bijv. gebruikt volt. dw)
De ... damsteen moet je verzetten

1. aangeraaktte
2. aangeraakdde
3. aangeraakte
4. aangeraakde

verwoesten (v.t.)
De brand ... vorige week het huis

1. verwoeste
2. verwoesde
3. verwoesdde
4. verwoestte

overvallen (v.t.)
De kinderen ... gisteren een bejaarde man

1. overvielen
2. overvalde
3. overvaldde
4. overvallen

meerijden (t.t.)
... jij met mij ...?

1. reed mee
2. rijd mee
3. rij mee
4. reedt mee

stilzitten (v.t.)
Alle kinderen ... ... te luisteren

1. zaten stil
2. zitten stil

achterblijven (volt.dw)
Vincent was alleen in het zwembad ...?

1. achtergebleven
2. achterblijven
3. achterblijft

binnenkomen (bijv. gebruikt volt. dw)
De ... man vertelde een spannend verhaal

1. binnen gekomen
2. binnenkomende
3. binnengekomen

proberen (gebiedende wijs)
... geen grap met mij uit te halen

1. probeer
2. proberen

verhuizen (volt. dw)
Wij zijn al twee keer ...

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuisdt

verhuizen (t.t.)
Hij .... vandaag.

1. verhuist
2. verhuisdt
3. verhuisde
4. verhuisd

weven (v.t.)
De wevers ... vroeger linnen lakens

1. weefte
2. weeften
3. weefden
4. weefde

verhuizen (volt. dw)
Ben jij al ....

1. verhuist
2. verhuisde
3. verhuisden
4. verhuisd

denkbeeld

schrijf op

langzamerhand

schrijf het woord op

Wat is de spellingregel die je toepast bij het horen van een lange klank aan het einde van een lettergreep? zoals bij BOMEN

Wat is de spellingregel die je toepast bij het horen van een korte klank aan het einde van de lettergreep? BAKKEN

Hoe eindigen woorden in het meervoud? Wat zijn de laatste letters?
Schrijf 2 verschillende op.

Wat is de regel bij het schrijven van een bijvoeglijk naamwoord?

technicus

schrijf het woord op

museum

schrijf het woord op

medicus

schrijf het woord op

wat is het meervoud van podium?

Wat is het meervoud van stuiterbal?

Wat is het meervoud van taxi?