Hfst 1 Rekenvolgorde 2F

2F Rekenen Hoofdstuk 1

In hoofdstuk 1 gaan wij werken met getallen en bewerkingen. 
Het hele hoofdstuk maak je ZONDER rekenmachine.
1.1 Grote getallen en getallen ordenen
1.2 Optellen en aftrekken
1.3 Vermenigvuldigen en delen
1.4 Machten en wortels
1.5 Volgorde van bewerkingen













1 / 12
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

2F Rekenen Hoofdstuk 1

In hoofdstuk 1 gaan wij werken met getallen en bewerkingen. 
Het hele hoofdstuk maak je ZONDER rekenmachine.
1.1 Grote getallen en getallen ordenen
1.2 Optellen en aftrekken
1.3 Vermenigvuldigen en delen
1.4 Machten en wortels
1.5 Volgorde van bewerkingen













Slide 1 - Slide

Paragraaf 1-1
In deze paragraaf ga je werken met grote getallen. 
In meerdere opdrachten staat een getal 'geschreven' in letters. 
Tip: Schrijf het met 'cijfers', dan is het makkelijker vergelijken en krijg je goed inzicht in hoe een groot getal er uit ziet.
Herhaling:
< betekent 'kleiner dan' 
> betekent 'groter dan'
Tip: het puntje (kleine gedeelte) wijst naar het kleinste getal. De opening (het grootste gedeelte) naar het grootste getal.

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1-2 & 1-3
De 'SOM' reken je uit door getallen bij elkaar op te tellen.

Het 'VERSCHIL' reken je uit door getallen van elkaar af te trekken.

Het 'PRODUCT' reken je uit door getallen met elkaar te vermenigvuldigen.

Het 'Quotiënt' reken je uit door getallen door elkaar te delen.

Omdat je alles zonder rekemachine moet  uitrekenen, gebruik je de manieren die je al op de basisschool hebt geleerd. (kijk goed naar de voorbeelden in je boek!) 
Je mag wel een kladblaadje gebruiken.

Slide 3 - Slide

Paragraaf 1-4
Worteltrekken is de tegenovergestelde bewerking van kwadrateren. Net als plus en min elkaars tegenovergestelde zijn.

Tip bij opdracht 35: Wortel 9 = 3
Tip bij opdracht 36: Gebruik je antwoorden van som 35
Tip bij opdracht 37: reken eerst de wortel uit...


Slide 4 - Slide

Paragraaf 1-5 

Slide 5 - Slide

Rekenvolgorde
* Eerst uitreken wat binnen haakjes staat
* Dan kwadraten
* Dan vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
* Dan optellen en aftrekken van links naar rechts

Bij langere bewerkingen schrijf je ook de tussenstapjes op!!

Slide 6 - Slide

Ezelsbruggetje

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
 9 + 5 x 4 =

 9 +  20   = 29

    

Slide 8 - Slide

Voorbeeld

 8 : 2 - 7 =

 4 - 7 = -3
  

Slide 9 - Slide

Een moeilijke som in stappen
                                160 : 23 x 120 =
Stap 1: In deze som staan geen haakjes, dus door naar stap 2
Stap 2: Er staat wel een kwadraat, dus die los je nu eerst op. 
          Je nieuwe som wordt dan 160 : 8 x 120.
Stap 3: Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts. 
           Dus eerst 160 : 8 en dan je antwoord  X 120.
           Dus 160 : 8 = 20
           20 x 120 = 2400
Dit is meteen het antwoord op de som. 

Slide 10 - Slide

Een toetje..
23 + 4 x 7 : (8-4) =
23 + 4 x 7 : 4 =
(23, betekent 2 x 2 x 2)
8 + 4 x 7 : 4
(van links naar rechts, dus 28:4)
8 + 7 = 15

Slide 11 - Slide

Aan de slag

Succes met het maken van dit hoofstuk!

Heb je vragen?? Zet ze in teams onder vermelding van paragraaf en opdrachtnummer.

Slide 12 - Slide