Verpleegkundig Proces P3 Week 1

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
De student:
- frist zijn/haar kennis over begrippen uit lessen van periode 1 
   op;
- kent verschillende visies op zorg;
- heeft inzicht in beroepscode en beroepsprofiel;
- frist zijn/haar kennis op over methodisch werken.
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bronnen
Zorgpad
  • Basis 4 
       Thema: Orientatie op de gezondheidszorg
        LP 2: Visie op zorg
        LP 4: Beroepsethiek
  • Beroepsgericht basis 4
       Thema: Plannen en coördineren van zorg
       LP 1: Methodisch werken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Theorie
Herhaling begrippen:
  • Visie op zorg
  • Opdracht Beroepsprofiel/Beroepscode
  • Methodisch werken
  • Verpleegplan

Slide 4 - Slide

In de afgelopen periode 1 en 2 is vanuit verschillende vakken aandacht geweest voor deze onderwerpen.
Voor we verder gaan met Verpleegplan en de fasen van het verpleegkundig proces volgt herhaling adhv vragen.
Per vraag kan je nog aandacht besteden aan nabesprekn
Wat weet je nog?
Komende "slides" wordt de theorie van Periode 1 en 2 herhaald
  • zelfzorg
  • mantelzorg
  • professionele zorg
  • zelfredzaamheid
  • gezondheid en ziekte

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is de definitie van gezondheid volgens Machteld Huber?
A
Het vermogen om met de fysieke emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie in te voeren
B
Een toestand waarin ziekten of gebreken afwezig zijn
C
Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere gebreken
D
Een toestand van algeheel welbevinden, waarin geen sprake is van lichamelijk letsel of ziekte

Slide 6 - Quiz

Naast het goede antwoord bespreken. kan nog aandacht besteed worden aan de begrippen gezondheid en ziek zijn 


Ziekte oorzaken kunnen endogeen en exogeen zijn
Match de juiste vakjes met elkaar.


Bij diabetes mellitus functioneert de alvleesklier niet
Griepvirus
Gericht op genezing
Gericht op kwaliteit van leven
Gericht op het voorkomen van ziekten
Endogene factor
Exogene factor
Cure
Care
Preventie

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Match de lichamelijke, psychische en sociale factoren van gezondheid met de juiste voorbeelden
Lichamelijke factoren
Psychische factoren
Sociale factoren
Afweer, homeostase
Depressieve gevoelens, schaamte
Relaties, hobbies

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Match de begrippen met de voorbeelden
Alle activiteiten die je onderneemt om voor jezelf te zorgen
Als iemand zelfstandig zijn zorgbehoeften kan bevredigen
Wanneer iemand niet in staat is om alle zelfzorgactiviteiten zelfstandig te verrichten, worden deze door familieleden of vrienden overgenomen
iemand die beroepsmatig zorg verleent en daarvoor een opleiding heeft gevolgd


   Zelfzorg


   Zelfredzaamheid


  Mantelzorg

Professionele zorg

Slide 9 - Drag question

Kenmerken zelfzorg
Zelfzorg richt zich op het zelfstandig vervullen van verschillende behoeften op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.
Zelfzorg richt zich eveneens op de directe leefomgeving en omstandigheden die van invloed zijn op het lichaam, de psyche en de sociale interactie. Zelfzorg kan dus ook betekenen dat je zorgt dat je in een schone keuken eten bereidt, zodat je niet ziek wordt. Maar het kan bijvoorbeeld ook betekenen dat je contacten onderhoudt met je vrienden, zodat je niet vereenzaamt.
Zelfzorg vindt vanuit de eigen motivatie en op eigen initiatief plaats; zelfzorg gebeurt vanuit de eigen regie.
Vereisten voor zelfredzaamheid zijn:
het hebben van een zekere kennis, bijvoorbeeld weten dat het hygiënisch is om je handen te wassen voor het eten, of dat je zelf het initiatief moet nemen om een contact te onderhouden;
het beschikken over bepaalde vaardigheden, zoals het huis op orde kunnen houden, een gesprek aan kunnen knopen en belangstelling kunnen tonen, keuzes kunnen maken, om hulp of informatie kunnen vragen
Kenmerken mantelzorg
Kenmerken van mantelzorg zijn:
Er is een relatie tussen degene die de zorg biedt en degene die de zorg ontvangt. Die relatie bestond al voordat de zorg begon.
Het gaat om algemene zorg, bijvoorbeeld medicijnen halen bij de apotheek of oppassen bij een zieke.
De zorg wordt gegeven op verzoek van de zorgvrager of als de zorgvrager het nodig heeft, maar deze niet meer kan vragen. Het is belangrijk dat de zelfstandigheid van de zorgvrager hierbij wordt gerespecteerd.
Vaak is sprake van wederkerigheid. De rol van zorgvrager en zorgverlener zijn in principe verwisselbaar, omdat de relatie in de basis op gelijkheid is gebaseerd.
Voor mantelzorg wordt niet betaald, want er is sprake van emotionele betrokkenheid.
Voor mantelzorg is geen speciale deskundigheid nodig: je verleent de zorg zoals je het voor jezelf zou doen, of zoals je het geleerd hebt van iemand anders. Het is een directe vorm van zorg, zonder tussenpersonen.
Mantelzorg is vaak voor langere duur, bijvoorbeeld als deze wordt gegeven aan chronisch zieken.
Professionele zorg
Als niet volstaan kan worden met mantelzorg, is professionele zorg nodig. Een professionele zorgverlener is iemand die beroepsmatig zorg verleent en daarvoor een opleiding heeft gevolgd. Voorbeelden van professionele zorgverleners zijn de huisarts en de verpleegkundige.
Kenmerken professionele zorg
Kenmerken van professionele zorg zijn:
Het gaat om specifieke zorg, bijvoorbeeld het voorschrijven van medicijnen door de huisarts.
Er is geen sprake van wederkerigheid: de rollen van zorgvrager en professionele zorgverlener kunnen niet worden omgedraaid.
De zorg is incidenteel: de zorg duurt zo lang als nodig is, daarna wordt de relatie beëindigd.
Professionele zorgverleners kunnen altijd terugvallen op anderen. Er staat een organisatie achter hen; denk aan de thuiszorg, of een verpleeghuis of verzorgingshuis.
Als een zorgvrager door verschillende zorgverleners wordt geholpen, is het belangrijk dat de zorg afgestemd wordt en dat rekening wordt gehouden met de zorgvrager als mens in zijn totaliteit. De verpleegkundige heeft hierin een belangrijke taak: naast haar eigen taken, moet zij ook de taken van andere hulpverleners coördineren, zodat deze elkaar niet overlappen of negatief beïnvloeden.
(ZorgPad)

Welke uitspraak over zelfmanagement is juist?
A
Bij zelfmanagement is het belangrijk dat de zorgvrager precies volgens de instructies van de zorgverleners leeft. Alleen dan is de behandeling succesvol.
B
Zelfmanagement betekent dat de zorgvrager zelf mag kiezen naar welke zorgverlener hij toegaat wanner hij ziek is
C
Bij zelfmanagement weigert de zorgvrager de zorg van een hulpverlener
D
De kennis van de zorgverlener helpt de zorgvrager de juiste keuze te maken, maar de zorgvrager blijft de regisseur in de behandeling; hij maakt de beslissingen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Alle activiteiten die je onderneemt om voor jezelf te zorgen, noemen we?
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg
D
zelfredzaamheid

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een korte omschrijving van een visie is
A
een vooroordeel
B
beschrijving van de zorgverlening
C
een kijk op iets

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist of onjuist?

I Bij mantelzorg is er sprake van wederkerigheid
II De professionele zorgverlener wordt betaald voor verleende
zorgtaken
A
I en II zijn juist
B
I is juist en II is onjuist
C
I is onjuist en II is juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een waarde
A
De manier waarop we ons horen te gedragen
B
Ideeën of opvattingen
C
Het nastreven van een droom

Slide 14 - Quiz

Uitleg normen en waarden

De bril waardoor je naar de wereld kijkt, noemen we ook wel
A
Referentiekader
B
Identiteit
C
Normen
D
Waarden

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De beroepscode
Geeft de waarden  en normen van de beroepsgroep

Helpt je bij het handelen en de verantwoording daarvan

Maakt aan zorgvrager en hun naasten, mantelzorgverleners, zorgaanbieders en de samenleving als geheel duidelijk wat zij van jou kunnen verwachten

Slide 16 - Slide

Beroepscode: waarden en normen
Om als verpleegkundige, verzorgende, helpende of zorghulp goed te kunnen werken, heb je waarden en normen van de beroepsgroep nodig. Die vind je in de Beroepscode V&V. De beroepscode is opgesteld door de beroepsgroep en wordt gebruikt in de opleidingen en in de dagelijkse zorgpraktijk. Loop je in je werk ergens tegenaan? Pak de beroepscode erbij en bespreek de situatie met collega’s en met je leidinggevende. 
Beroepscode
https://www.venvn.nl/media/042ooa1u/de-nationale-beroepscode-voor-verpleegkundigen-en-verzorgenden.pdf


Beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden 
1. Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefeningen 
2. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager 
3. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners
4. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 Beroepscode
1. Open de link in de beroepscode  

2. Per punt geef je een voorbeeld in eigen woorden
  • Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefeningen  
  • De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager
  • De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners
  • De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving 

Slide 18 - Slide

De bedoeling is dat studenten opdracht 1, 2  en 3 aan het eind van de lesbijeenkomst maken.

Opdracht ook te vinden in wordbestand van planner

Visie op zorg
Een visie is een geheel van ideeën en overtuigingen over wat belangrijk is in een organisatie.

Deze ideeën zijn belangrijk voor het beleid en voor de manier waarop de zorg verleend wordt.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 Beroepsprofiel
Competenties verpleegkundige

CanMEDS rollen

Opdracht 2: Geef van iedere rol een voorbeeld

Slide 20 - Slide

De bedoeling is dat studenten opdracht 1, 2 en 3 aan het eind van de lesbijeenkomst maken.
Opdracht ook te vinden in wordbestand van planner


1. Vakinhoudelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.
2. Communicatie
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.
3. Samenwerking
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.
Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.
4. Kennis en wetenschap
Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.
Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.
5. Maatschappelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.
Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.
6. Organisatie
Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.
Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.
7. Professionaliteit en kwaliteit
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.
Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.
Je portfolio in het Kwaliteitsregister
CanMEDS vind je terug in je portfolio in het Kwaliteitsregister. Bij geaccrediteerde scholing geeft de scholingsaanbieder aan welke CanMEDS-gebieden je met de scholing verbeterd hebt. Bij ODA kun je dit zelf aangeven (maximaal 3). Als je dat doet, krijg je een grafiek van de gebieden waarop jij je ontwikkeld hebt en zie je ook waar je nog weinig aan gedaan hebt. Je vindt de grafiek bij ‘competenties’ op de hoofdpagina van je portfolio.
Waarom een visie op zorg?
Een visie hebben op iets betekent dat je ergens een mening over hebt.

Jouw visie bepaalt je beroepsattitude
Een visie krijg je door te werken, te leren en na te denken.
Je visie op zorg wordt onder andere bepaald door je kennis en je ervaring

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

     Wat vind jij belangrijk in de zorg?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Respect laat ik zien door:

Slide 23 - Mind map

Respect
Empathie
Eerlijkheid
Echtheid
Betrokkenheid
Reactief handelen
Proactief handelen
Empathie heb je of heb je niet; dat valt niet te leren
Mee eens
Mee oneens

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Visie 
Een visie kan kort worden omschreven als ‘een kijk op iets’.

Een betere definitie is: een visie is een weloverwogen mening over een kwestie en hoe deze kwestie zich zou moeten ontwikkelen. Het vormen van een visie gaat dus gepaard met het goed nadenken over een kwestie en goed onderbouwd besluiten wat je standpunt is.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3 Visie op zorg 
Opdracht 3
Zoek in de instelling waar je stage gaat lopen welke visie je kunt vinden op hun site. 
Schrijf deze op en neem deze mee naar de volgende les

Mocht je nog geen stage lopen. Kijk dan eens op 
www.mijzo.nl
www.dunyazorg.nl
www.thebe.nl/zorg-thuis
of zoek zelf een zorginstelling op

Slide 26 - Slide

De bedoeling is dat studenten opdracht 1, 2 en 3 aan het eind van de lesbijeenkomst maken.
Opdracht ook te vinden in wordbestand van planner
Volgende les
  • Nabespreken van huiswerkopdrachten;
  • Start les methodisch werken.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

                  Huiswerk

  • Maak opdracht 1 "Beroepscode";
  • Maak opdracht 2 "Beroepsprofiel";
  • Maak opdracht 3 "Visie op zorg";
  • De opdrachten kan je terugvinden in een wordbestand in je planner;
  • Lees uit zorgpad Thema Orientatie op de   gezondheidszorg Leerpad 2;    Visie op zorg;
  • Kijk nog eens terug naar lessen in voorgaande periodes waar naar     verwezen wordt in deze les;
  • Lever de 3 opdrachten in op Its Learning

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ziekte oorzaken kunnen endogeen en exogeen zijn
Match de juiste vakjes met elkaar.


Bij diabetes mellitus functioneert de alvleesklier niet
Griepvirus
Gericht op genezing
Gericht op kwaliteit van leven
Gericht op het voorkomen van ziekten
Endogene factor
Exogene factor
Cure
Care
Preventie

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions