Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.
Slide 3 - Slide
Herhaling van regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER.
Bijvoorbeeld:
danser
travailler
donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden.
Slide 4 - Slide
De stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...
Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans
Slide 5 - Slide
De uitgangen
Slide 6 - Slide
Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?
Slide 7 - Open question
Kies de juiste zin. ww = AIMER
A
J'aime la musique.
B
Je aime la musique.
C
J'aimes la musique.
D
J'aiment la musique.
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste zin. ww = PARLER
A
Nous parles français.
B
Nous parlons français.
C
Nous parlent français
D
Nous parlez français.
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste zin. ww = REGARDER
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.
Slide 10 - Quiz
Aimer, adorer, détester, préférer + le, la, l' & les
Schrijf dit even in jouw schrift!
Ik heb een hekel aan = détester
Ik ben dol op = adorer
ik heb liever = préférer
ik hou van = aimer
Slide 11 - Slide
Aimer, adorer, préférer, détester + le, la, l' & les
Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les
In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
Voorbeeld:
Mijn ouders zijn dol op tennis Mes parents adorentle tennis.
Slide 12 - Slide
Is er iets bijzonders aan de werkwoorden aimer, adorer, préférer en détester?
A
Nee
B
Weet ik veel
C
Ja
D
Zal mij niks verbazen
Slide 13 - Quiz
Na de werkwoorden adorer,aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans .......