What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
6.3 - verwijzen met deze, die, dit en dat
Nederlands
B1b
12 mei 2025
Haa
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
B1b
12 mei 2025
Haa
Slide 1 - Slide
Formuleren 6.3 - verwijswoorden: verwijzen met deze, die, dit en dat
Aanwijzende voornaamwoorden
Slide 2 - Slide
Vandaag
Lesdoel:
Ik kan het juiste verwijswoord (deze, die, dit, dat) invullen.
Slide 3 - Slide
Als er in de volgende uitleg wordt gezongen, dan zing ik mee.
Ja
Nee
Slide 4 - Poll
Slide 5 - Video
Meervoud
De mier --> deze / die mier
Het huis --> dit / dat huis
Het kind --> dit / dat kind
De mieren --> deze / die mieren
De huizen --> deze / die huizen
De kinderen --> deze / die kinderen
Slide 6 - Slide
Verschuif het woord 'keer' naar het juiste rode vlak.
Deze
Dit
keer
Slide 7 - Drag question
Verschuif het woord 'huis' naar het juiste rode vlak.
Deze
Dit
huis
Slide 8 - Drag question
Verschuif het woord 'eten' naar het juiste rode vlak.
Deze
Dit
eten
Slide 9 - Drag question
Verschuif het woord 'broek' naar het juiste rode vlak.
Deze
Dit
broek
Slide 10 - Drag question
M of v zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord met verwijswoord
Verkleinwoord
Verkleinwoord met verwijswoord
De
sleutel
deze
of
die
sleutel
het
sleuteltje
dit
of
dat
sleuteltje
De
kraag
deze
of
die
kraag
het
kraagje
dit
of
dat
kraagje
De
draak
deze
of
die
draak
het
draakje
dit
of
dat
draakje
Het
huis
dit
of
dat
huis
het
huisje
dit
of dat huisje
Verkleinwoorden
Slide 11 - Slide
Woordgeslacht onbekend?
Zoek het woord op in het woordenboek
Pak je woordenboek erbij of ga naar
www.
vandale.nl
.
Blader naar het goede woord of zoek het woord via de zoekbalk.
Kijk naar de letter die achter het woord staat: dat is het woordgeslacht
m = mannelijk
v = vrouwelijk
o = onzijdig
Slide 12 - Slide
Welk verwijswoord gebruik je voor een meervoudig zelfstandig naamwoord dat dichtbij staat?
Denk aan: 'de bomen'
A
dat
B
deze
C
dit
D
die
Slide 13 - Quiz
Welk verwijswoord gebruik je voor een onzijdig zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat verder weg staat?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat
Slide 14 - Quiz
Geef een voorbeeld van een onzijdig zelfstandig naamwoord (inclusief verwijswoord).
Slide 15 - Mind map
Welk verwijswoord gebruik je voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat dichtbij staat?
A
dat
B
die
C
dit
D
deze
Slide 16 - Quiz
Welk verwijswoord gebruik je voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat verder weg staat?
A
dat
B
dit
C
deze
D
die
Slide 17 - Quiz
Geef een voorbeeld van een verkleinwoord met bijpassend verwijswoord.
Slide 18 - Mind map
maken:
formuleren cursus 6
paragraaf 3
opdracht 1 en 2
Slide 19 - Slide
More lessons like this
lidwoorden/ geslacht zelfstandige naamwoorden
July 2025
-
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling meervoud op -en en -ën
January 2022
-
26 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Hoe gebruik je een woordenboek
July 2025
-
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Hoe gebruik je een woordenboek
July 2025
-
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
February 2023
-
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Proefles Meervoud op -en/-s/'s, 1F
January 2022
-
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijp ik de tekst?
November 2023
-
10 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
1KB periode 2 les 3
July 2025
-
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1