Kern 9 - dag 11 - instructieles

Kern 9  
oefenen 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
LezenBasisschoolGroep 1,3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kern 9  
oefenen 

Slide 1 - Slide

Ik leer...
... takken - kommen

Slide 2 - Slide


A
bruggen
B
krukken
C
plukken
D
kruken

Slide 3 - Quiz


A
vlammen
B
blaffen
C
slakken
D
vlamen

Slide 4 - Quiz


A
stippen
B
snikken
C
spinnen
D
spinen

Slide 5 - Quiz


A
grotten
B
blokken
C
snorren
D
snoren

Slide 6 - Quiz

Doen
Niet doen 
Zwemmen
Takken
Jassen
Drummen
Rollen
Klimmen
Rennen
Rommel

Slide 7 - Drag question

In de zee 
Niet in de zee
Kwallen
Bussen
Vossen
Vissen
Schatten
Schelpen
Kreeften
Sommen

Slide 8 - Drag question


pet

petten

Slide 9 - Slide


bal

ballen

Slide 10 - Slide

appel

Slide 11 - Slide


Slide 12 - Open question


Slide 13 - Open question


Slide 14 - Open question

De honden ................. hard.
A
plaffen
B
blavven
C
blaffen
D
blafen

Slide 15 - Quiz


Slide 16 - Open question

Pap laat de ........... vallen.
A
sterren
B
flessen
C
zessen

Slide 17 - Quiz


Slide 18 - Open question

Waar of niet waar? 

Slide 19 - Slide

Een brommer heeft zes wielen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Een ei is heel breekbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Een dolfijn heeft vleugels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Gras heeft een groene kleur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Een tijger heeft vier klauwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Woorden schrijven 

Slide 25 - Slide


Slide 26 - Open question


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question


Slide 31 - Open question

Lezen 

Slide 32 - Slide

Huppel heeft een streep op zijn rug.
Loek heeft ook een streep.
Maar die heeft geen vlek op zijn kop.
A
B
C

Slide 33 - Quiz

Pam is in de tent. Ze ligt in haar slaapzak.
Floor zit bij het kampvuur.
Daar leest ze een boek.
A
B
C

Slide 34 - Quiz

Bram leest een boek.
Saar leest ook een boek.
Daar staat een vliegtuig op.
A
B
C

Slide 35 - Quiz

Ik schrijf met twee pennen.
In elke hand heb ik een pen vast.

Slide 36 - Open question

Hoe vond je deze les?
A
Leuk
B
Stom
C
Moeilijk
D
Weet ik niet

Slide 37 - Quiz