What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
09 02 24 VWO H2 formuleren fouten met verwijswoorden
Formuleren :
Fouten met verwijswoorden
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Formuleren :
Fouten met verwijswoorden
Slide 1 - Slide
Deze les
10 min voorbereiden nieuwsquiz
Vorige les
Fouten met verwijswoorden
Pauze
Spelling met of zonder -n
Slide 2 - Slide
nieuwsquiz ..
www.nos.nl
www.nu.nl
of andere nieuwssites
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
- Kun je fouten met verwijswoorden herkennen
- Kun je fouten met verwijswoorden verbeteren
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 6 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 7 - Quiz
In welke zin is het verwijswoord onjuist
A
Hij noemde het aantal personen dat corona heeft.
B
Dat was mooi voor wie voor Ajax is.
C
Dat is wat je moet doen.
D
Hij las een boek wat hij van zijn oma kreeg
Slide 8 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 9 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 10 - Quiz
Het verwijswoord hun is in een zin altijd meewerkend voorwerp.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 12 - Quiz
Het, dit, dat zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
de-woord enkelvoud
B
het-woord enkelvoud
C
woorden in het meervoud
D
een hele zin of een deel van een zin
Slide 13 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 14 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 15 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 16 - Quiz
Ik kan nu fouten met verwijswoorden herkennen en verbeteren.
A
Ja, dat lukt me prima.
B
Ik vind het nog wel lastig, dus ik moet nog meer oefenen.
C
Nee, ik snap het echt nog niet.
Slide 17 - Quiz
More lessons like this
2x hetzelfde in een zin
March 2022
-
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Numo
Nieuwsquiz - Week 38 (20 seconden)
September 2024
-
15 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+7
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Nieuwsquiz
Nieuwsquiz - Week 38 (30 seconden)
September 2024
-
15 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+7
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Nieuwsquiz
Nieuwsquiz - Week 38 (10 seconden)
September 2024
-
15 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+7
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Nieuwsquiz
Verwijswoorden en flaptekst
January 2022
-
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Kidsweek in de Klas
Nieuwsquiz - Week 38 (20 seconden)
September 2024
-
15 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+7
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Burgerschap - mbo
Nieuwsquiz - Week 38 (20 seconden)
September 2024
-
15 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+7
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Quiz!
Nieuwsquiz - Week 38 (30 seconden)
September 2024
-
15 slides
Wereldoriëntatie
LessonUp
+7
Middelbare school
Basisschool
Praktijkonderwijs
Burgerschap - mbo