Schrijven (2): zakelijke brief (met lespakket). Vrijdag mee starten.
Boek IV Arjen Lubach: 1 maart uitgelezen hebben, les daarvoor opdracht Handelingsdeel.
Slide 2 - Slide
Vandaag
Lezen
Vervolg hf. 1 en 2 formuleren
Na deze les kan ik zinnen correct begrenzen en kan ik een foutieve samentrekking herkennen.
Slide 3 - Slide
timer
20:00
Slide 4 - Slide
Terughalen
Wel of niet samentrekken?
- De familie van Dam gaat eerst naar Canada en daarna naar Frankrijk.
- Hij zette de motor en zijn vrouw af.
Slide 5 - Slide
Terughalen
Wel of niet samentrekken?
- Wij hadden de taxi gebeld en stond binnen kwartier voor de deur.
- Die boeken zijn heel slecht en kun je beter niet lezen.
Slide 6 - Slide
Samengestelde zinnen
Wat mag niet?
Als een bijzin een zinsdeel is van een samengestelde zin, deze als losse zin opschrijven.
Ik ga naar de bioscoop. Omdat er een goede film draait.
Slide 7 - Slide
Wat mag niet?
Twee zelfstandige hoofdzinnen samenvoegen zonder een voegwoord.
Mijn vader en zijn drie broers stellen de groepen samen, ze mogen om de beurt iemand kiezen.
Slide 8 - Slide
Samentrekking
In zinnen die verbonden zijn door en of maar kun je soms één of meer zinsdelen weglaten.
Ik vind het leuk en ga het vaker doen.
Slide 9 - Slide
Foutieve samentrekking
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
1. dezelfde grammaticale functie hebben (onderwerp, meewerkend voorwerp , etc).
Fout is:
Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi (‘zijn broek’ is in de eerste zin onderwerp en in de tweede zin lijdend voorwerp).
Slide 10 - Slide
Foutieve samentrekking
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
2. dezelfde grammaticale vorm hebben (enkelvoud of meervoud)
Fout is:
Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd (na ‘en’ moet je 'worden' invoegen). Dus: .... en er worden huizen gebouwd.
Slide 11 - Slide
Foutieve samentrekking
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
3. dezelfde betekenis hebben
Fout is:
De boot was goed uitgerust en de bemanning ook. Uitgerust heeft hier twee verschillende betekenissen. De uitrusting van de boot en het uitgerust zijn van de bemanning.
Slide 12 - Slide
Samentrekking
1 Maak twee zinnen van de samengestelde zin
2. Wat is weggelaten?
3. Mag je dit weglaten? Kijk naar grammaticale functie, vorm (ev/mv) en betekenis).
Ja: goede samentrekking
Nee: foute samentrekking
Slide 13 - Slide
Samentrekking: foutief of niet?
Hij maakte een vergissing en vervolgens dat hij wegkwam.
De auto had pech en de honden plezier.
Die fiets heb ik tweedehands gekocht en bevalt mij goed.
Slide 14 - Slide
Samentrekking: foutief of niet?
Hij maakte een vergissing en vervolgens dat hij wegkwam.
Hij maakte een vergissing
Hij maakte dat hij wegkwam/ Verschil in betekenis, dus foutief.
De auto had pech en de honden plezier.
De auto had pech/De honden hadden plezier: verschil in vorm, dus foutief.
Slide 15 - Slide
Samentrekking: foutief of niet?
Die fiets heb ik tweedehands gekocht en bevalt mij goed.
Die fiets heb ik tweedehands gekocht.
Die fiets bevalt mij goed.
Verschil in grammaticale functie: in eerste deel van de zin is die fiets het lijdend voorwerp en in het tweede deel van de zin het onderwerp (de fiets bevalt).
Slide 16 - Slide
Aan het werk
Online:
Hoofdstuk 1: Formuleren, correct begrenzen. Route B. Opdracht 3 mag je overslaan.
Hoofdstuk 2: Formuleren: samentrekken. Alle opdrachten onder route B.