This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Voorbereiding toets D&P 2
Beantwoord de vragen
Slide 1 - Slide
Wat zijn twee belangrijke aspecten bij presenteren, promotie en verkoop?
A
Gun factor en goed communiceren
B
Contact en praten
C
Product kennis en uiterlijk
D
Inschatting kunnen maken van de doelgroep
Slide 2 - Quiz
Olga schrijft een e-mail aan Gwen. In de e-mail schrijft ze: De komende twee weken ben ik op vakantie. Wil jij mijn dringende e-mails en telefoontjes beantwoorden? Wie is de zender?
A
Gwen
B
Olga
Slide 3 - Quiz
Olga schrijft een e-mail aan Gwen. In de e-mail schrijft ze: De komende twee weken ben ik op vakantie. Wil jij mijn dringende e-mails en telefoontjes beantwoorden? Wie is de ontvanger?
A
Gwen
B
Olga
Slide 4 - Quiz
Olga schrijft een e-mail aan Gwen. In de e-mail schrijft ze: De komende twee weken ben ik op vakantie. Wil jij mijn dringende e-mails en telefoontjes beantwoorden? Wat is de boodschap?
Slide 5 - Open question
Olga schrijft een e-mail aan Gwen. In de e-mail schrijft ze: De komende twee weken ben ik op vakantie. Wil jij mijn dringende e-mails en telefoontjes beantwoorden? Wat is het medium?
Slide 6 - Open question
Wat is het imago?
A
de communicatie waarin onderlinge waardering en een goede relatie van belang is
B
een eenheid die het bedrijf wilt uitstralen
C
het beeld dat anderen hebben van een bedrijf
Slide 7 - Quiz
Uit welke 6p's bestaat de marketingmix?
Slide 8 - Open question
Jij gaat een bedrijf oprichten en gaat nadenken over de huisstijl, bij welke p hoort dit?
A
Promotie
B
Product
C
Presentatie
D
Personeel
Slide 9 - Quiz
Is dit een goederen of een dienst?
A
Goederen
B
Dienst
Slide 10 - Quiz
Is dit een goederen of een dienst?
A
Goederen
B
Dienst
Slide 11 - Quiz
Is dit een goederen of een dienst?
A
Goederen
B
Dienst
Slide 12 - Quiz
Is dit een goederen of een dienst?
A
Goederen
B
Dienst
Slide 13 - Quiz
Wat is etaleren?
A
het tonen, uitstallen en laten zien van producten
B
een afgesloten kast van glas
C
een mooie uitstraling van artikelen
Slide 14 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met de spiegelmethode?
A
Er hangt altijd een spiegel in een winkel
B
Het gedrag van de klant wordt gekopieerd
C
De vorm van de spiegel in de paskamers
Slide 15 - Quiz
Welke drie klanttype zijn er?
Slide 16 - Open question
Je geeft aan dat het product uitgebreid gekeurd is op veiligheid. Welk koopmotief is dit?