H1 zinsdelen en woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Huiswerk op de hoek van je tafel

Lesdoelen

• Ik weet of ik de voorzetseluitdrukkingen ken en goed kan gebruiken (huiswerk). 
• Ik weet wat een wederkerend werkwoord is.
• Ik kan wederkerig en wederkerende voornaamwoorden herkennen en onderscheiden. 

Huiswerk nakijken met je buur

H3 Woordenschat

opdracht 1, 2 en 7 met je buur

Opdracht 8: klassikaal

• Pak je boek en lees nogmaals de opdrachten door: 1, 2 en 7. 
• Vergelijk jullie antwoorden en bespreek de verschillen. 
• Overtuig elkaar van het juiste antwoord. 
• Kom je er niet uit? Bewaar de vraag voor de centrale bespreking hierna. 
• 7 min. overleggen. 
• Daarna de vragen uit de klas klassikaal bespreken. 

H1 Woordsoorten

Wederkerige voornaamwoorden (wedig. vnw.)

• Er is sprake van wederkerigheid (Ik geef iets aan een ander en een ander geeft iets aan mij).
• Wij geven elkaar suprises tijdens sinterklaas. 

• Elkaar
• Elkander
• Mekaar
• Mekander

H1 Zinsdelen

Wederkerende werkwoorden

Zich wassen

Zich aankleden

Zich verslikken

Zich verzetten

Vervoeg één wederkerend werkwoord

Ik .... 

Jij ....

Hij / u ....

Wij ....

Jullie ...

Zij .....

H1 Woordsoorten

Wederkerende voornaamwoorden (wed. vnw.)

• Horen bij een wederkerend werkwoord: zich wassen
  

Ik was me / mezelf
Jij wast je / jezelf
Hij wast zich / zichzelf
Wij wassen ons / onszelf
Jullie wassen je / jezelf
Zij wassen zich / zichzelf

• Me is een wed. vnw. en geen bez. vnw - me broertje is grammaticaal onjuist. 

Verplicht wed. ww.

• Wed. vnw kun je niet vervangen door iets anders (bijv. de hond). 
• Ik verslik me / de hond
• Mezelf, zichzelf, onszelf is grammaticaal onjuist. 

Toevallig wed. ww.

• Wed. vwn kun je wel vervangen door iets anders.
• Mezelf, jezelf, 
• Ik was me / de hond
•  Mezelf, zichzelf, onszelf is grammaticaal juist. 

schuilhouden 

Verplicht

Toevallig

verspreken

aantrekken

voordoen

vermaken

vertakken

Zich vergissen is een ...

1. verplicht wed. ww.
2. toevallig wed. ww

Ik vergiste mezelf bij het bepalen van het woordsoort.
mezelf = grammaticaal onjuist

1. Ja
2. Nee

Let op!

Vervang het woord me, je of ons door hij, hem, zijn, of zich.

Als je het woord kunt vervangen door:

• hij of hem: persoonlijk voornaamwoord
• zijn: bezittelijk voornaamwoord
• zich: wederkerend voornaamwoord
  

Je: pers., bez. of wed. vnw.?

• Je kunt ook de hond wassen. -> Hij kan ook de hond wassen = pers. vnw.
• Heb jij je al gewassen? -> Heeft hij zich al gewassen? = wed. vnw. 
• Je kunt je telefoon altijd opladen in de trein. -> Hij kan zijn telefoon altijd opladen in de trein. = pers. vnw en bez. vwn. 

Aan de slag!

7 min. 

Laat een printscreen zien van beide oefeningen

Oefeningen wederkerend vnw

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-wederkerend-voornaamwoord/

Oefenen met: bezittelijk, persoonlijk of wederkerend vnw

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-pers-bez-en-wederkerende-voornaamwoorden-niveau-brugklas/

Huiswerk

H1 Grammatica woordsoorten

Maak opdracht 1, 2 en 4 (pag. 31)