H2 Frans week 17

Cours de français Semaine 17 H2B

Bonjour!

Vorige week:
Uitleg bij Grammaire G (werkw. op -re) et Grammaire I (de voorzetsels in/naar voor plaatsen en landen)
Deze les: 
- Weekplanning doornemen
- Samen ex. 33b (zinnen vertalen NF)
- Uitspraak voca. H
- Quizlet live chapitre 5
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Cours de français Semaine 17 H2B

Bonjour!

Vorige week:
Uitleg bij Grammaire G (werkw. op -re) et Grammaire I (de voorzetsels in/naar voor plaatsen en landen)
Deze les: 
- Weekplanning doornemen
- Samen ex. 33b (zinnen vertalen NF)
- Uitspraak voca. H
- Quizlet live chapitre 5

Slide 1 - Slide

Le planning de la semaine 17 (du 20 avril au 24 avril):


Chapitre 5 Voyage au paradis afronden
A faire en ligne: oefentoets bij ch. 5 (startmenu)
Apprendre: voca H. 
PO Kijkopdracht Franse film: deadline = 24/04  
Let op: Verwerk alle punten in een net verslag, dus bv. namen van de spelers + echte namen + rol in de film. Wat vond je leukste scène & Waarom? Recensie ook toevoegen! Zorg voor een duidelijke nummering en voeg een titel, je naam en je klas toe in het verslag. 
Cijfer telt 1 x mee in P4

Slide 2 - Slide

Grammaire I:

De voorzetsels IN/NAAR voor plaatsnamen en landen 

Voor plaatsnamen: à (J'habite à Appingedam, Tu vas à Delfzijl)

Voor vrouwelijke landen (eindigen meestal op een "E")        >: EN  
(Elle habite en France, Je vais en Angleterre)
Voor landen in het meervoud (eindigen op een "S")               >: AUX
(J'habite aux Pays-Bas, Nous allons aux Etats-Unis)
Voor mannelijke landen (eindigen niet op een E of een S) > : AU
(Il habite au Canada, Ils vont au Danemark)

Slide 3 - Slide

Son père est ..... Japon
A
à
B
au
C
aux
D
en

Slide 4 - Quiz

Vertaal: Ze zijn in Rabat geweest.

Slide 5 - Open question

Mijn tante is in Montréal geweest.

Slide 6 - Open question

Dat is in Canada.

Slide 7 - Open question

Mijn broer wil naar de V.S. gaan.

Slide 8 - Open question

Hij wil naar New York gaan.

Slide 9 - Open question










                         Il y a encore des questions?

Slide 10 - Slide

Maintenant:


> Uitspraak voca H en

Quizlet live over chapitre 5


Sluit nu deze app.

Slide 11 - Slide