Planningsverslag Les 2: Doelstellingen die aansluiten op observatie / beginsituatie

Observatie -> conclusie -> doelstelling
Schrijf de opvallende punten uit de conclusie op 
Kies 4 bewegingsvormen voor de doelstelling per les 
timer
5:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Observatie -> conclusie -> doelstelling
Schrijf de opvallende punten uit de conclusie op 
Kies 4 bewegingsvormen voor de doelstelling per les 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Planningsverslag les 2
Doelstellingen die aansluiten op de observatie 

Slide 2 - Slide

Uitgangspunt concrete doelstelling: 
waarneembaar en controleerbaar

Slide 3 - Slide

STAP 1: Bewegingsvorm
• Omschrijf zo concreet mogelijk
• Beschrijf de beweging en de wijze waarop de beweging moet worden uitgevoerd
• Het gaat om de inhoud die je wil zien aan het einde van de les (dit wordt het inhoudsaspect van de doelstelling genoemd)

Slide 4 - Slide

Voorbeelden:
• De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek demonsteren.
• De SB-deelnemers kunnen de wreeftrap uitvoeren.
• De SB-deelnemers kunnen een duurloop van 10 kilometer uitvoeren.
• De SB-deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen.

Slide 5 - Slide

Stap 2: Waarneembaar eindgedrag
• Omschreven bewegingsvorm koppelen aan het waarneembaar eindbedrag.
• Waarneembaar eindgedrag moet aan twee voorwaarden voldoen:
-  waarneembaar (controleerbaar)
-  handeling beschreven.
• Handeling druk je uit in een werkwoord
• Gebruik je altijd werkwoorden zoals demonstreren, springen, werpen, opnoemen en geven.

Slide 6 - Slide

Voorbeelden: 
• De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek demonsteren.
• De SB-deelnemers kunnen de wreeftrap uitvoeren.
• De SB-deelnemers kunnen een duurloop van 10 kilometer uitvoeren.
• De SB-deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen.

Slide 7 - Slide

Stap 3: Voorwaarden/ omstandigheden
• Beschrijf de voorwaarden of de omstandigheden waaronder de SB-deelnemer het gewenste eindgedrag uit moet voeren.


Slide 8 - Slide

Voorbeelden:
• De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling demonsteren.
• De SB-deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet toeppassen.
• De SB-deelnemers kunnen een duurloop van 10 kilometer over een sterk wisselend parcours uitvoeren.
• De SB-deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit aanloop met afzet van een minitrampoline springen.

Slide 9 - Slide

Stap 4: Beschrijven minimum prestatie
• Hoe volmaakt moet SB-deelnemers het eindgedrag moete vertonen.
• Daarmee geef je grens tussen voldoende en onvoldoende aan.
• Formuleer wat SB-deelnemers minimaal moet laten zien eind van de les.
• Dit noem je minimale resultaat of eis (afhankelijk van soort doelstelling, kwalitatief en kwantitatief beschrijven).

Slide 10 - Slide

Kwantitatief

  • Tijd en snelheid 
  • Uitdrukken in een getal, 
  • Het aantal herhalingen
  • Afstand die je aflegt 
  • Resultaat 



• Op de manier blijft er weinig ruimte over voor eigen inbreng van lesgever en SB-deelnemer (dit noem je gesloten doelstelling)


Kwalitatief 

• Hoe goed, mooi of correct een beweging is uitgevoerd.
• Een aantal eisen formuleren
• Dit helpt bij het signaleren van fouten tijdens de uitvoering

Slide 11 - Slide

Voorbeelden kwantitatief
• De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling zodanig demonsteren dat ze de bal tien keer zonder fout (zuiver en boven hoofdhoogte van de medespeler) plaatsen.
• De SB-deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet zodanig toepassen dat de bal over een afstand van twintig meter op hoofdhoogte bij de medespeler komt.


Slide 12 - Slide

Voorbeeld kwalitatief
•  De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling demonsteren dat de strekking van de armen en de benen zichtbaar is.
• De SB-deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet uit voeren, waarbij het standbeen telkens naast de bal wordt geplaats.

Slide 13 - Slide

Cognitieve doelstelling
• De SB-deelnemers benoemen vijf fouten in de basistechniek van de bovenhandse service.
• De SB-deelnemers geven een definitie van spelvorm.
• De SB-deelnemers beschrijven de arm- en handbeweging van het lay-up shot.

Slide 14 - Slide

Sociaal-affectieve doelstelling
• De SB-deelnemers gaan op een sportieve manier met winst en verlies om.
• De SB-deelnemers maken hun eigen belang ondergeschikt aan het teambelang.
• De SB-deelnemers voeren gemotiveerd en geconcentreerd de oefeningen uit.

Slide 15 - Slide