Les 28 - 3M - 22/23 - Regering en kabinet (les 6/10)

1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Politiek
Les 0 - Politiek (introductie)
Les 1 - Wat is politiek? 
Les 2 - Kenmerken van een democratie 
Les 3 - Normen en waarden 
Les 4 - Links/rechts
Les 5 - Politieke stromingen
Les 6 - Regering en kabinet
Les 7 - Het parlement
Les 8 - Provincie en gemeente
Les 9 - Invloed uitoefenen op de politiek
Les 10 - Internationale vergelijking

Slide 2 - Slide

Programma 

1.  Terugblik 
2. Boekje vullen
3. Opdracht



Slide 3 - Slide

PTA
Toets 'Hoe werkt de politiek?'  in TW3  -  10%
PO: politieke partij en debat in week 13 - 15% 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Terugblik
8 vrijwilligers...

Slide 7 - Slide

Politici nemen besluiten over alle dingen die van ............ belang zijn.
A
Algemeen
B
Belangrijk
C
Gedeeltelijk
D
Nederlands

Slide 8 - Quiz

Vertel op welke manieren jij te maken hebt met politiek. Noem er minimaal 2.

Slide 9 - Open question

Nederland is een indirecte democratie. Wat betekent dat?
A
Mensen stemmen of ze voor of tegen zijn
B
Het volk heeft invloed op besluiten
C
Politici nemen namens ons besluiten
D
Het recht om te stemmen

Slide 10 - Quiz

Vinden economische vrijheid heel belangrijk
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Aan het einde van de les:
  • Je kunt uitleggen hoe een regering wordt gevormd 
  • Je kunt uitleggen waarom er in de politiek compromissen gesloten moeten worden
  • Je kent de taken en bevoegdheden van het staatshoofd  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Kabinetsformatie:
Op de dag van de verkiezingen mag iedere Nederlander van 18+ stemmen. Dezelfde nacht wordt al duidelijk hoeveel zetels de politieke partijen krijgen.

Eén partij heeft nooit in z'n eentje de meerderheid. Daarom moeten ze samenwerken met andere partijen. Maar met wie? 

Slide 18 - Slide

Verloop kabinetsformatie:
  1. Onderzoek:
    De informateur onderzoekt met welke partijen een coalitie mogelijk is. 
  2. De informatie:
    Als ze partijen hebben gevonden die willen samenwerken, overleggen ze over oplossingen en compromissen voor hun meningsverschillen. Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar.

Slide 19 - Slide

De formatie:
3. De  Tweede Kamer benoemt nu een formateur. Dat is meestal de leider van de grootste partij in het kabinet. 
De formateur overlegt de verdeling van de ministers en staatssecretarissen.

4. Als de posten verdeeld zijn dan wordt het nieuwe kabinet beëdigd door de koning. 

Slide 20 - Slide

 Het regeerakkoord:
Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar

Slide 21 - Slide

Definities op een rijtje
1. Regering = ministers en de Koning
2. Kabinet = ministers en staatssecretarissen
3. Regeerakkoord = plannen van de regering voor de komende 4 jaar
4. Minister = verantwoordelijk voor één onderwerp van de regering, bijvoorbeeld minister van justitie
5. Staatssecretaris = soort onderminister, helpt de minister

Slide 22 - Slide

Compromis
Na de verkiezingen:
> Niet één partij de meerderheid (76)
> Die meerderheid heb je wel nodig om plannen uit te voeren (stemmen)
> Er moet dus samengewerkt worden
> Daarvoor moeten compromissen gesloten worden

Slide 23 - Slide

            7. Compromissen
Afspraken tussen de politieke partijen die regeren, waarbij beide partijen een stukje van de oorspronkelijke plannen loslaten
water bij de wijn doen

Slide 24 - Slide





6. Staatshoofd = onze Koning, die samen met de ministers de regering wordt

Slide 25 - Slide

Taken Koning
  • Handtekening zetten
  • Troonrede voorlezen
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen

Slide 26 - Slide

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Er is een probleem
De Tweede Kamer
vergadert
De minister
 bedenkt een oplossing
De Eerste Kamer
vergadert
De minister en zijn
ambtenaren voeren het plan uit
Het plan is goedgekeurd!
Het probleem is opgelost
(of niet)

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Schijf op in je boekje
  • Hoe wordt een regering gevormd?

?

Slide 29 - Slide

Aan het einde van de les:
  • Je kunt uitleggen hoe een regering wordt gevormd 
  • Je kunt uitleggen waarom er in de politiek compromissen gesloten moeten worden
  • Je kent de taken en bevoegdheden van het staatshoofd  

?

Slide 30 - Slide