§ 3.2 Op weg naar duurzame energiebronnen 30-3

Lesplanning
terugblik vorige les
Samen lezen 3.2 + uitleg
Zelfstandig werken
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning
terugblik vorige les
Samen lezen 3.2 + uitleg
Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3: Energietransitie;
§3.2 Op weg naar duurzame energie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen § 3.2
  • Je kan de belangrijkste tradiontionele energiebronnen benoemen en beschrijven (incl. voor-en nadelen).
  • Je kan de oorzaken benoemen van de toename van de CO2 voetafdruk.
  • Je kan beargumenteren waarom een overstap naar duurzame energiebronnen noodzakelijk is

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe werkt het broeikaseffect?

Slide 5 - Open question

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 6 - Drag question

Vul in: Als er geen natuurlijk/versterkt - broeikaseffect zou bestaan dan zou de aarde te koud/warm worden.
A
Versterkte Koud
B
Versterkt Warm
C
Natuurlijk Koud
D
Natuurlijk Warm

Slide 7 - Quiz

natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
waterstof door verdamping 
Koolstofdioxide door afbraak organisch materiaal
Methaan uit moerassen en venen

Slide 8 - Drag question

Waarom wordt deze gletsjer met een wit doek ingepakt?
A
Dan heeft het dezelfde kleur als de gletsjer zelf en is het effect beter.
B
Wit reflecteert het zonlicht, zodat de gletsjer eronder niet smelt.
C
Wit absorbeert, zodat het doek warm wordt en de gletsjer eronder niet smelt.
D
Zodat de mensen niet direct op de gletsjer kunnen lopen en deze niet snel smelt.

Slide 9 - Quiz

Noem de 3 bekende fossiele brandstoffen (ieder antwoord los)

Slide 10 - Mind map

Stelling 1: De rijkste 1 procent van de bevolking stoot evenveel co2 uit als de armste helft van de wereldbevolking.
Stelling 2: Door de opwarming van de zee heeft Nederland te meer te maken met hevige regenval.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 11 - Quiz

Wat zijn broeikas gassen ?
A
h2O
B
N2O
C
CO2
D
O2

Slide 12 - Quiz

Welk land heeft de grootste uitstoot van broeikasgassen in de wereld?
A
VS
B
India
C
China
D
Rusland

Slide 13 - Quiz

Wat is de energietransitie?
timer
1:00

Slide 14 - Open question

Leerdoelen § 3.2
  • Je kan de belangrijkste tradiontionele energiebronnen benoemen en beschrijven (incl. voor-en nadelen).
  • Je kan de oorzaken benoemen van de toename van de CO2 voetafdruk.
  • Je kan beargumenteren waarom een overstap naar duurzame energiebronnen noodzakelijk is

Slide 15 - Slide

Samen lezen 3.2

Slide 16 - Slide

Klimaatverandering
Broeikaseffect

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Traditionele hulpbronnen
Fossiele brandstoffen -->  uitputbare energiebronnen 

Conventionele olie en gas

'Makkelijk' te winnen
Conventioneel -> "gewoon"
"normaal"

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video

Teerzanden
Oliehoudende afzettingen van zand en klei.

  • Moeilijk te winnen, dus duur proces 
  • Milieu onvriendelijk

Slide 30 - Slide

Teerzand afgraving

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Schaliegas
  • Gesteente met belletjes 
  • Fracking (Explosie)

  • Explosie (chemisch afval)

Slide 33 - Slide

Hoe kun je nu het verschil tussen conventionele en onconventionele fossiele brandstoffen uitleggen?

Slide 34 - Open question

huiswerk par. 3.2
Opdr. 1,3,4,5 en 6

Slide 35 - Slide