Herhaling L&V H6

Herhaling L&V H6
1 / 23
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling L&V H6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
verzorgen van de post
boodschappen doen
verzorgen ven het bed
verzorgen van textiel
uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
schoonmaak
voeding

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat is interne post
A
post binnen Nederland
B
post die medewerkers naar andere bedrijven versturen
C
post binnen de EU
D
post die medewerkers onderling aan elkaar sturen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is verschil zijn tussen ingekomen post / uitgaande post?
A
Nog in de envelop/ er al uit gehaald.
B
Wordt behandeld/ wordt weggegooid.
C
Wordt ontvangen/ wordt verstuurd.
D
persoonlijke brieven/ zakelijke brieven.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn voorbeelden van wekelijkse boodschappen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat doe je als de koffie van een ander merk in de aanbieding is. Dit merk staat niet op je boodschappenlijstje.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Kayan laat zijn boodschappen thuisbezorgen. Hiernaast zie je de kassabon.

Hoeveel bezorgkosten worden berekend?
A
€18,81
B
€4,95
C
€23,76
D
€50

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Sarah doet boodschappen. Hiernaast zie je de
kassabon. Sarah betaalt met een briefje van
€ 10 en een briefje van € 5. Hoeveel krijgt zij
terug?
A
€ 4,65
B
€ 2,35
C
€ 3,65
D
€ 3,56

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waar bewaar je iets als er op staat 'koel en donker bewaren'?
A
in de koelkast
B
in de vriezer
C
in een gewone kast als het maar donker is

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt wat bewaard?
Sleep de producten naar het juiste vakje.
bewaren in de koelkast
bewaren buiten de koelkast
sla
courgette
dichte pot appelmoes
banaan
koffie
thee
verse melk
aangebroken pot augurken
koekjes
vleeswaren

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Bovenin de Koelkast bewaren
Vriezer   -18 graden bewaren
Onderin de koelkast bewaren
In de magazijnkast koel en donker bewaren
Soep bereid en wil het 3 weken bewaren
Ongeopende pot appelmoes
Spaghettischotel gemaakt en 2 dagen bewaren
Verse spinazie en rauw vlees 

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

TGT: dit staat op producten die snel bederven zoals verse vis, vlees of gesneden groente
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

THT: staat op producten die niet snel bederven. Mag je het na die datum nog consumeren?
A
Nee, natuurlijk niet
B
jawel, dit blijft altijd goed
C
Jawel, dit bepaal je door te kijken, ruiken en proeven

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Tekst
Bedleestafel

Hoog-laag bed
Bedgalg
Dekenboog
Glijzeil
Rugsteun

Slide 14 - Drag question

1. Bedleestafel. Een draagbaar tafelblad dat over het bed wordt geplaatst en de zorgvrager in staat stelt om comfortabel te lezen, schrijven of eten.

2. Bedstick. Een handgreep die aan de zijkant van het bed wordt bevestigd om de zorgvrager te helpen bij het draaien en het behouden van een goede houding.

4. Dekenboog. Een boogvormig frame dat over het bed wordt geplaatst om lakens en dekens omhoog te houden en contact met de benen van de zorgvrager te voorkomen.

5. Elektrisch hoog/laag bed. Een bed waarvan de hoogte elektrisch kan worden aangepast om verzorgers te helpen bij het bieden van zorg en om de zorgvrager gemakkelijker in en uit bed te laten komen.

6. Glijzeil. Een gladde mat die onder de zorgvrager wordt geplaatst om het verplaatsen in bed te vergemakkelijken, bijvoorbeeld bij het draaien.

7. Rugsteun. Een verstelbare steun die op het bed wordt geplaatst om de zorgvrager in een zittende positie te ondersteunen, zoals bij het lezen of eten in bed.

waar let je op als je de was gaat verzorgen? noem minimaal 3 dingen

Slide 15 - Mind map

behandelingsetiket
samenstellingsetiket
zakken leeg
ritsen en knopen dicht
opgestroopte mouwen afstropen
binnenste buiten
vuilgraad van de was

Dit wassymbool betekent
A
Niet met je handen wassen
B
Wolwas programma
C
Alleen handwas
D
Niet wassen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Dit wassymbool betekent
A
Lauw strijken
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

 Schoonmaakfrequentie

dagelijks

wekelijks

periodiek

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Op de kast ligt wat stof. Welke methode gebruik je om schoon te maken?
A
stofwissen
B
vochtige microvezeldoek
C
dweilen
D
desinfecteren

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

allergie of intolerantie?
Achmed krijgt nadat hij pinda's heeft gegeten geen lucht meer.
A
allergie
B
intolerantie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

allergie of intolerantie?
Nadia krijgt een opgeblazen gevoel nadat zij melk heeft gedronken
A
allergie
B
intolerantie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat je geleerd van deze les?
1 = niets en 10 = heel veel
-110

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

na de vakantie
Maak een tweetal.
Samen bedenk je welk gerecht je graag wilt koken na de vakantie. Het is leuk als het iets van je eigen cultuur is. 
Zoek een geschikt recept op. 
Geef aan Famke de boodschappen & het recept door voor 2 personen.
Jullie maken het op donderdag 15 januari. 

klaar? H6/7/8 afmaken

Slide 23 - Slide

This item has no instructions