KL 2.8 Oefenen met meetinstrumenten

KL 2.8 
Oefenen met meetinstrumenten 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KL 2.8 
Oefenen met meetinstrumenten 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
  •  meetinstrumenten
  • zorgvraag
  • valrisico
  • valrisico interventies. 
Handig voor je casusopdracht als input bij punt 5. 

Slide 2 - Slide

Wat zijn meetinstrumenten in de zorg?
En wat heb je eraan?

Slide 3 - Mind map

Meetinstrumenten in de zorg
Wat is het doel?

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je meetinstrumenten?
Wat het val gevaar is van een patiënt.
Om iets zeker te weten.
Als iemand bijvoorbeeld moeilijk loopt of al een keer is gevallen dan zou je met een meetinstrument het risico op vallen en de oorzaken kunnen meten.
als ouderen regelmatig vallen
Bijvoorbeeld wanneer je patiënt incontinent is. Je gebruikt dan een 3IQ-test omdat je wil weten of het hier gaat om een inspanningsgebonden- of aandrangsincontinentie.
Wanneer iemand heel veel dingen vergeet of niet meer zichzelf lijkt zou ik een meetinstrument gebruiken zoals MMSE. Dit kan gelijk je vermoedens van een eventuele geheugenstoornis uitsluiten of bevestigen.
Om een observatie objectief te maken

Slide 5 - Slide

Het doel van het gebruik van meetinstrumenten is...
A
interventies uitvoeren
B
resultaten bepalen
C
getallen verzamelen
D
klinische verschijnselen uitdrukken in maat en getal

Slide 6 - Quiz

Waarom is meten belangrijk?

Zodat je inzicht krijgt over een situatie.
Meten is belangrijk, want aan de hand van de informatie die je verkrijgt kan je bepalen of er actie ondernomen moet worden. 
het meten is belangrijk om een duidelijker beeld te krijgen van het probleem
Door te meten kan je klinische verschijnselen uitdrukken in maat en getal en worden ze geobjectiveerd. Dit maakt de gegevens feitelijk (mits de meting goed is uitgevoerd natuurlijk) en kan er dus niet omheen gedraaid worden.
Om de juiste gezondheidstoestand van iemand vast te stellen en dus ook een juiste diagnose te stellen.

Slide 7 - Slide

Wat kan een meetinstrument jouw zorgvrager opleveren?

Slide 8 - Mind map

Zorgvraag & meetinstrumenten

Slide 9 - Slide

Welke zorgvraag heb je opgesteld? En welk meetinstrument heb je daarbij gevonden?

Slide 10 - Open question

Valincidenten. 

Slide 11 - Slide

Kan vallen de dood tot gevolg hebben bij ouderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Welke preventieve maatregelen kan je toepassen om vallen bij ouderen te voorkomen?

Slide 13 - Mind map

Belang! 
Vallen is de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Met de juiste aanpak kan het valrisico bij ouderen effectief verlaagd worden. In essentie is een valpreventieproject effectief als:
ouderen met een verhoogd valrisico worden bereikt,
effectieve interventies worden ingezet,
de opzet en uitvoering in de praktijk goed is.

Slide 14 - Slide

Ouderen met een verhoogd valrisico
Door te screenen op de belangrijkste predictoren kunnen ouderen met een verhoogd valrisico worden opgespoord. Op basis van een aanvullende uitgebreide analyse kunnen gericht preventieve maatregelen worden genomen.

Slide 15 - Slide

Wat voor interventies hebben bij vallen de meeste kans van slagen?
A
Enkelvoudige interventies
B
multifactoriële interventies
C
Medische interventies
D
Ouderen niet laten lopen/bewegen

Slide 16 - Quiz

Effectieve interventies
Omdat bij valongevallen vaak meerdere factoren een rol spelen heeft een multifactoriële interventie vaak het meeste kans van slagen. De interventies sluiten aan op de risicofactoren die bij screening in kaart zijn gebracht. Interventies waarvan is aangetoond dat ze apart, maar meestal in combinatie met andere interventies, de kans op valongevallen verkleinen zijn:
beweegprogramma’s gericht op mobiliteit, spierkracht en balans,
aanpassingen in huis/woonomgeving,
medicatiebewaking,
verbeteren visus
vitamine D suppletie.

Slide 17 - Slide

Wat kan je concluderen over de valrisico van jouw cliënt? (nav de voorbereiding)

Slide 18 - Open question

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 19 - Mind map