Hechting

HECHTING
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HECHTING

Slide 1 - Slide

Hechting


Slide 2 - Mind map

Wat is hechting?
Definitie: 'er is sprake van gehechtheid (of hechting) als een kind of volwassene sterk geneigd is om nabijheid van een specifieke persoon op te zoeken in situaties van angst, vermoeidheid, spanning of ziekte. Het ontvangen van troost en zorg bezorgt het kind een gevoel van veiligheid'

Wanneer start de hechting?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

1-3 maanden
Je baby is een sociaal wezen: hij maakt al snel contact met zijn omgeving. Hij reageert op warmte, aanraking en aandacht. 

Herkenning van gezicht en stemmen

Knuffelen ,verzorgen en oppakken nog geen voorkeur

Slide 5 - Slide

3-7 maanden
Na 3 maanden krijgt je kind langzaam een voorkeur voor bepaalde mensen in zijn omgeving. 

Ook hecht hij zich in deze fase vaak aan personen die alert op zijn signalen reageren en die zelf spontaan contact met hem maken. 

Hij heeft nu 4 of 5 hechtingsfiguren, van wie hij het niet erg vindt als die hem oppakken.

Slide 6 - Slide

7-12 maanden
Vanaf 7 maanden begint je kind zich steeds sterker aan een beperkt aantal personen te hechten. Hij is nu bang voor ‘vreemden’ en wil het liefst bij bekenden in de buurt zijn.
 
Daarnaast kan hij heel bang worden dat een hechtingsfiguur weggaat en niet meer terugkomt. Je kind hecht zich nu aan degene die hem het meest boeit.

Slide 7 - Slide

12-48 maanden (1-4 jaar)
Vanaf 12 maanden krijgt je kind door dat jij echt wel weer terugkomt nadat je bent weggegaan. Zijn scheidingsangst wordt daardoor weer veel minder. Dat moment kan ook iets later liggen:  17 tot 18 maanden. 

Daarna begint de langzame losmaking, die gestaag leidt naar zelfstandigheid.

Slide 8 - Slide

Vanaf 4 jaar
Aan het einde van het vierde levensjaar is het proces van hechting grotendeels afgerond. Als het goed is, is je kind tegen die tijd veilig gehecht. 

In totaal zijn er 4 verschillende hechtingsstijlen.

Slide 9 - Slide

4 Soorten hechting
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:

  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 

  2. Vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 

  3. Angstig-ambivalent (afwerend) gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 

  4. Gepreoccupeerd (gedesorganiseerd) gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 10 - Slide

1. Veilig gehechte kinderen
- Ontdekken van nieuwe dingen VS gehechtheidsgedrag.
- Nieuwe taken aan gaan,
- Angst wanneer opvoeder weg is en toenadering bij terugkomst                  angst verdwijnt
- Opvoeding: sensitief, coöperatief en toegankelijk (autoritatief)

Slide 11 - Slide

2. Onveilig-vermijdend gehechte kinderen.

- Negerend en vermijdend
- Opvoeding: laissez-faire

Slide 12 - Slide

3.  Onveilig-afwerend gehechte kinderen.
 - Opzoek naar toenadering
- Angst om iets alleen te doen. 
Opvoeding: autoritair

Slide 13 - Slide

4. Gedesorganiseerd gehechte kinderen. 
Combi van 2 en 3
- Zoeken zij toenadering tot de ouder           tegelijkertijd stress en angst
- De omgang met de ouder is inconsequent en onvoorspelbaar.
- Vaak sprake van trauma's o.i.d.

Slide 14 - Slide

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 15 - Slide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 16 - Slide

Hoe creeër jij veiligheid voor je cliënten?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Veiligheid creëer je door onder andere...
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van de cliënt 

Slide 19 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis

Een verschil tussen hechtingsstoornis en hechtingsproblematiek is dat kinderen die onveilig gehecht zijn nog goed te behandelen zijn. Deze kinderen zijn (nog enigszins) benaderbaar voor andere mensen. Kinderen met een hechtingsstoornis zijn geheel niet gehecht. Vaak is dit onomkeerbaar. Bij deze kinderen zit de stoornis diep verankerd.

Slide 20 - Slide

Is herstel van een onveilige hechting mogelijk?
A
Ja, tot 6e levensjaar daarna wordt het moeilijker
B
Nee, na het 4e levensjaar is herstel onmogelijk

Slide 21 - Quiz

Therapie kan helpen om nieuwe, veilige positieve ervaringen op te doen in de hechting met andere mensen
Juist
Onjuist

Slide 22 - Poll

Hoeveel % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht?
A
10-15%
B
30-40%
C
25-30%
D
5-10%

Slide 23 - Quiz

Hoeveel % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis.

A
1%
B
8,2%
C
12%
D
19%

Slide 24 - Quiz

Risico- en beschermende factoren

Wat zijn het?
Voorbeelden?

Slide 25 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 26 - Slide

Welke kinderen lopen risico?
  • Adoptie kinderen/ pleegkinderen
  • Ongewenste kinderen
  • Verwaarloosde, mishandelde kinderen
  • Kinderen uit gebroken gezinnen
  • Kinderen van ouders die zelf niet goed gehecht zijn
  • Kinderen van ouders met psychische problemen



Slide 27 - Slide

Gevolgen onveilige hechting

Slide 28 - Slide

1. Minder zelfvertrouwen
Een goede hechting met ouders of andere primaire opvoeders in de eerste levensjaren is essentieel voor een voorspoedige sociaal-emotionele, taal en cognitieve ontwikkeling van het kind.

Slide 29 - Slide

2. Minder veerkracht
Veerkracht: het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag

Veerkracht ontstaat vanaf de geboorte door de verwachtingen die een kind ontwikkelt over de beschikbaarheid van anderen (vertrouwen) en de persoonlijke effectiviteit (zelfvertrouwen).

Slide 30 - Slide

3. Mindering in cognitie en taal
Kinderen leren door sensitieve reacties van hun ouders verbanden te leggen tussen hun gedrag en het effect daarvan. Als kinderen dit nooit geleerd hebben, ontwikkelen ze minder cognitie- en taalvermogen.

Slide 31 - Slide

4 Overige problemen
1.  Een onveilige gehechtheidsrelatie is een risicofactor in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. 
2. Jongens die een gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie hebben kunnen meer gedragsproblemen ontwikkelen.
3. Een onveilige hechting heeft invloed op het empathisch vermogen en sociale vaardigheden van kinderen. 
4. Kinderen met hechtingsproblemen hebben een grotere kans op psychiatrische aandoeningen zoals depressies, verslavingen, angststoornissen, en eetproblemen 
5. Kinderen met hechtingsproblemen hebben meer kans om later zelf kinderen te hebben met deze problemen. 

Slide 32 - Slide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 35 - Slide

Elly gaat een paar dagen bij kennissen slapen, omdat haar ouders wegens een sterftegeval weg moeten. Elly is nog nooit ergens gaan logeren en ze is dan ook ontroostbaar wanneer haar ouders weggaan. Uiteindelijk houdt het huilen op, maar ze blijft lusteloos en reageert ongeïnteresseerd. Wanneer de ouders van Elly haar weer komen ophalen reageren ouders verbaasd als Elly zich woedend en huilend op hun stort. Als moeder Elly probeert te troosten slaat Elly moeder met haar handjes in haar gezicht.
A
Onveilig-vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 36 - Quiz

Leon (12) woont sinds 2 jaar in een pleeggezin, omdat zijn moeder niet voor hem kan zorgen wegens een verslavingsproblematiek. Hij maakt weinig contact en gaat liefst zijn eigen gang. Toch merkt zijn pleegmoeder Sanne dat hij geniet van de interacties in het gezin. Dit weekend gaat Leon voor het eerst sinds lange tijd naar zijn moeder. Sanne brengt Leon naar zijn moeder. In de auto is Leon stil en teruggetrokken. Opeens zegt Leon: "Sanne, ik vind het niet zo fijn om weer naar huis te moeten en daar voel ik me rot over."
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 37 - Quiz

Libby gaat met haar 3 zussen een paar dagen logeren bij haar tante. Hier verheugd ze zich erg op. Op de derde avond van de logeerpartij komt Libby maar niet in slaap. Dan heeft ze weer dorst, dan moet ze weer plassen en dan denkt ze weer aan iets engs. Wanneer tante bij haar komt zitten geeft Libby aan dat haar buik aangeeft dat ze heel erg naar mama verlangt. Tante geeft haar een dikke knuffel en geeft aan dat mama er morgen weer is.
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige -afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 38 - Quiz

Isa (9) is geboren in China. Toen ze 1,5 jaar was is ze te vondeling gelegd voor de deur van een weeshuis. Ze werd geadopteerd door een Nederlands gezin toen ze 3 jaar was. De omstandigheden in het weeshuis waren slecht. Isa heeft behoorlijke hechtingsproblemen. Wanneer iets haar niet lukt of ze ervaart stress, wordt ze agressief naar andere kinderen en gooit ze hun spullen kapot.
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 39 - Quiz