organen en cellen herhaling voor de toets

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Organen, cellen en stevigheid 

Bronnen:

Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou

Biologiepagina.nl

Bioplek.org

Biologieweb.nl

e.a. 

Organen bestaan uit cellen. 

De cellen zijn de bouwstenen van je organen.

Er zijn verschillende vormen. 

welke vorm -> taak

rode bloedcel

Vorm: rond

Kan makkelijk door bloedvat

zenuwcel

Vorm: met lange uitlopers

Kan makkelijk contact maken met verschillende cellen

Soorten cellen

Botcel

Spiercel

Verschillen tussen plantencellen en cellen van dieren.

Allemaal:  celmembraam, een celkern en cytoplasma. 

Bladgroenkorrels, celwand en grote vacuolen komen alleen voor in plantencellen.

dierlijke cel

plantencel

Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm

1. ja
2. nee
3. dat verschilt per persoon
4. bij een mens wel, bij een dier niet

Welke is de plantencel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Een cel van een ui is een voorbeeld van een plantaardige cel

1. Juist
2. Onjuist

1 en 2 zijn plantaardige cellen.
Waar vindt fotosynthese plaats?

1

2

1. 1 In de celkern daar maakt het zijn eigen voedsel
2. 2 In bladgroenkorrels, daar maakt het zijn eigen voedsel

De formule van fotosynthese:

Water + 1 + zonlicht --> Glucose + 2

Wat moet er ingevuld worden bij 1?

1. Zuurstof
2. Brandstof
3. Suiker
4. Koolstofdioxide

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?

1. celkern
2. cytoplasma
3. celmembraan
4. celwand

Wat is een weefsel?

1. Een groep cellen met verschillende functie’s
2. Een groep organen met dezelfde functie
3. Een groep cellen met dezelfde functie
4. Een groep organen met verschillende functie’s

Organenstelsels

Bloedvatenstelsel

Bottenstelsel

Zenuwstelsel

functie

Vervoeren van bloed door het lichaam

functie

Vorm en stevigheid voor het lichaam.

Bescherming en aanhechting van pezen.

wat is een organenstelsel

1. alle organen die werken
2. alle organen die bezig zijn met leven
3. alle levende organen
4. alle organen die samenwerken aan 1 taak

Wat voor organenstelsel is dit?

1. Spierstelsel
2. Botstelsel
3. Zenuwstelsel
4. Bloedvatenstelsel

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?

1. Bloedvatenstelsel
2. Zenuwstelsel
3. Beenderstelsel
4. Spierstelsel

Zet de onderdelen van groot naar klein

 1 is het grootste en 4 is het kleinste.

1

2

3

4

weefsels

organen

orgaanstelsels

cellen

TORSO

nummer 4?

1. Long
2. Hart
3. Lever
4. Maag

nummer 7?

1. maag
2. lever
3. dunne darm
4. dikke darm

nummer 10?

1. Long
2. Hart
3. Nier
4. Maag

De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:

1. bottenstelsel
2. zenuwstelsel
3. spierstelsel
4. verteringsstelsel

Gewricht:

Gewricht:
Elk gewricht bestaat uit 6 onderdelen.

1. Gewrichtskapsel
2. Gewrichtskogel
3. Gewrichtskom
4. Gewrichtssmeer
5. Kraakbeenlaagje
6. Kapselband

Wat is de volgorde van de bouw van een spier

1. Spierbundel-spiervezel-spiercellen
2. Spiervezel-spiercellen-spierbundel
3. Spiercellen-spiervezel-spierbundel

Soorten gewrichten

Er zijn twee soorten gewrichten.

1. Kogelgewricht
2. Scharniergewricht

Wat zit er om een gewricht heen om het gewricht op zijn plek te houden?

1. Gewrichtssmeer
2. Gewrichtskogel
3. gewrichtskapsel
4. kraakbeenlaagje

Welk onderdeel van een gewricht maakt gewrichtssmeer?

1. kraakbeenlaagje
2. gewrichtskapsel

In de afbeelding hiernaast is een doorsnede van een gewricht te zien. Een aantal onderdelen is aangegeven met cijfers.

Welk onderdeel van het gewricht maakt gewrichtssmeer?

1. onderdeel 2
2. onderdeel 4
3. onderdeel 5
4. onderdeel 6

Wat voor gewricht is dit?

1. Scharniergewricht
2. Kogelgewricht
3. Rolgewricht

Wat voor gewricht is dit?

1. Kogelgewricht
2. Rolgewricht
3. Scharniergewricht
4. Geen van allen

 spierbevestiging en spierbewegingen 

Spieren bewegen maar naar één kant

Elke spier heeft een tegenovergestelde spier.

Antagonistisch paar (buig & strekspier)

Welk onderdeel geeft stevigheid aan de spier?

1. Pees
2. Spierschede
3. Spiervezel
4. Verpakking

Met welk onderdeel zit een spier vast aan een bot?

1. spierbundel
2. pees
3. spiervezel

Wat is een antagonist?

1. een spier met een tegengestelde werking
2. een spier met dezelfde werking
3. allemaal pezen bij elkaar
4. Een moeilijk woord

Blessures

10.5 Botverbindingen en

10.6 blessures

<a href="https://www.freepik.com/free-photo/asian-woman-sitting-steps-street-holding-friend-s-ankle_5698287.htm#fromView=search&page=1&position=27&uuid=8857afc8-c561-436e-962a-426264790f58">Image by pressfoto on Freepik</a>

Soorten blessures

 

1: bot blessures

2: gewrichtsblessures

3: spierblessure

Wat is geen spierblessure?

1. Kramp
2. Spierpijn
3. Verstuiking
4. Kneuzing

Wie heeft sneller een botbreuk?

1. baby
2. puber
3. bejaarde
4. kleuter

Een kneuzing is een blessure aan je..........

1. botten
2. spieren
3. gewrichten

Bij welke spierblessure trekt een spier plotseling samen?

1. Spierkramp
2. Spierpijn
3. Spierscheuring

Een van de veelvoorkomende blessures aan je botten zijn botbreuken. Je ziet hier een botbreuk bij een wielrenner. Welk bot is hier gebroken?

1. Opperarmbeen
2. Sleutelbeen
3. Schouderblad
4. Rib

kenmerk voor een kneuzing is

1. een blauwe plek
2. een gescheurde spier
3. een gescheurde pees

bacteriën en schimmels 

Gemaakt door Bacteriën of Schimmels?
"Brood"

1. Bacteriën
2. Schimmels

Wat is het verschil tussen Bacteriën en Schimmels?

1. Bacteriën kunnen nuttig zijn voor de mens, schimmels niet.
2. Schimmels kunnen schadelijk zijn voor de mens, bacteriën niet.
3. Voortplanting: Bacteriën door sporen, schimmels delen zich
4. Voortplanting; Bacteriën delen zich en schimmels door sporen.

Gemaakt door Bacteriën of Schimmels?
"Bier"

1. Bacteriën
2. Schimmels

Wat is de overeenkomst tussen Bacteriën en Schimmels?

1. Ze hebben allebei geen celkern.
2. Ze kunnen allebei zwemmerseczeem veroorzaken
3. Ze hebben allebei bladgroenkorrels.
4. Ze ruimen allebei dode resten op in de natuur.

Bacteriën en schimmels hebben geen bladgroenkorrels. Wat kunnen ze dus niet doen?

1. Water opnemen
2. Bewegen
3. Hun eigen eten maken
4. Voortplanten

Bacteriën en schimmels zijn

1. Consumenten
2. Reducenten
3. Producenten