TWEEDE HELFT VAN DE TWINTIGSTE EEUW

TWEEDE HELFT VAN DE TWINTIGSTE EEUW

Historische achtergrond
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides and 5 videos.

Items in this lesson

TWEEDE HELFT VAN DE TWINTIGSTE EEUW

Historische achtergrond

Slide 1 - Slide

Na de Tweede Wereldoorlog
  • tweedeling oost en west
  • dreiging derde wereldoorlog
  • dit gebeurde gelukkig niet,
     daarom noemen we deze
     periode de Koude Oorlog
  • deze eindigde met de val
     van de Berlijnse Muur in 1989

Slide 2 - Slide

lekker polderen
  • wederopbouw vroeg om
     samenwerking
  • Nederland poldermodel
     (gezamenlijk compromis)
  • de meeste Europese
     landen worden
     verzorgingsstaten, ook
     Nederland

Slide 3 - Slide

ontzuiling
De verzorgingsstaat brengt de ontzuiling op gang, omdat mensen steeds minder afhankelijk zijn van de kerk, clubs en verenigingen. Europa gaat steeds beter samenwerken.

Slide 4 - Slide

consumptiemaatschappij
Vanaf 1955 herstelt de economie zich en kunnen mensen van alles aanschaffen: auto's, tv's, wasmachines. De komst van de tv bracht de hele wereld bij mensen binnen.

Slide 5 - Slide

protestbewegingen
Iedereen was op de hoogte van de internationale gebeurtenissen en dat bracht protesten met zich mee: hippies tegen de Koude Oorlog en de oorlog in Vietnam, jongeren tegen hun conservatieve ouders en vrouwen wilden emanciperen. Dat laatste noemen we de tweede feministische golf.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

roerige tijden
Het waren roerige tijden en dat brengt altijd veel verschillende kunststromingen met zich mee. We noemen ze met een verzamelnaam het postmodernisme. Sommige zijn een voortzetting van het modernisme, andere juist een tegenreactie. Andere zijn nieuw ontstaan. Het neorealisme is nog altijd actueel.

Slide 8 - Slide

cultureel-literaire stromingen
blz. 22 - 24

Slide 9 - Slide

cultureel-literaire stromingen
  • existentialisme
  • geëngageerde literatuur
  • experimentele poëzie
  • neorealisme

Slide 10 - Slide

het existentialisme
aanleiding: de verschrikkingen van de oorlog
centrale figuur: Jean-Paul Sartre
filosofisch van aard
hoe moeten wij mensen ons door de zinloosheid van het
leven slaan
wij bepalen ons eigen lot door middel van onze keuzes
In Nederland W.F. Hermans - zoektocht hoofdpersoon naar zijn ware zelf

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

geëngageerde literatuur
Na de Tweede Wereldoorlog was er volop geëgageerde literatuur, maar ook cabaret en muziek. Boudewijn de Groot was een bekende protestzanger en had het bijvoorbeeld over de oorlog in Vietnam. Ook feministische literatuur past in deze stroming, zoals De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt. Ook Gerard Reve valt onder deze stroming aangezien hij als een van de eerste Nederlandse schrijvers over homoseksualiteit schreef en dat dan op provocerende wijze.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

experimentele poëzie
CoBrA: kunst komt alleen van werkelijk vrije geesten.
Dit zie je bij Remco Campert, Lucebert, Hugo Claus en Gerrit Kouwenaar. We noemen deze dichters de Vijftigers. Ze maken een spontane en vrije vorm van poëzie. Oote van Jan Hanlo was berucht. Hierover werden zelfs kamervragen gesteld.

Slide 15 - Slide

neorealisme
  • reactie op abstracte kunst en het
     surrealisme
  • opleving van het 19e eeuwse
     realisme
  • alledaagse onderwerpen
  • Hella Haasse, Louis Paul Boon,
     Anna Blaman, Jules Deelder, Tessa de Loo en J. Bernlef.
  • ook wel de Zestigers genoemd

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

magisch-mythisch
  • het vinden van de diepere
     betekenis van de werkelijkheid
     door het gebruik van symbolen
  • De ontdekking van de hemel van
     Harry Mulisch, Het verdriet van
     België
    van Hugo Claus

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

roman noir
  • pessimistische romans
  • slechte, duistere wereld
  • hoofdpersoon is slachtoffer
  • verwant aan de detective en thriller
  • expliciet gewelddadig of erotisch
  • ook Hollywood-films
  • Nederlandse schrijvers zijn: Jan
     Wolkers, Leon de Winter, Anton
     Koolhaas en Mensje van Keulen

Slide 20 - Slide