Democratie

POLITIEK
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

POLITIEK

Slide 1 - Slide


Hoofdstuk 1

1.1 Politiek
1.2. Democratie
1.3. Dictatuur

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Aan het einde van de les weten jullie wat een democratie is
  • Jullie leren wat een dictatuur is
  • Wat politiek is

Slide 3 - Slide

Politiek
Het besturen van een land of gebied.

Slide 4 - Slide

Politiek

Welk probleem moet de politicus proberen op te lossen?
Voor welke keuze staat de politicus?
Met welke meningen en belangen krijgt de politicus te maken?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Democratie

Slide 8 - Slide

De Atheense democratie
Een van de eerste democratieën was de Atheense democratie, in het oude Griekenland. Rond 510 v Chr. kregen burgers in Athene directe invloed in de politiek. Burgers mochten bijvoorbeeld stemmen en meedoen aan debatten. Helaas gold dit niet voor slaven en vrouwen.
Democratie komt van de Griekse woorden (demos) en kratos)

Slide 9 - Slide

Democratie
Een manier om een land te besturen.
Alle burgers mogen meebeslissen en kunnen invloed uitoefenen op het bestuur van het land.

Democratie betekent 'volksheerschappij'. Het volk heeft de macht.

Slide 10 - Slide

Wat is voor jou democratie?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Democratie

Burgers hebben inspraak
de meerderheid beslist.
Burgers mogen meepraten en hun mening geven over kwesties in de samenleving.


Je kunt bijvoorbeeld als burger ook eigen initiatief inspraak hebben. Door bijvoorbeeld te reageren op plannen van jouw gemeente, of door zelf een voorstel in te dienen.

Slide 13 - Slide

Dictatuur
De dictator of een kleine groep machthebbers heeft alle macht in handen.

  • Beslissingen kunnen tegen de wens van de meerderheid in gaan
  • Tegenstanders worden vaak onderdrukt
  • Meestal geen inspraak en geen vrijheid van meningsuiting


Slide 14 - Slide

Noem een dictator

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Nu: Dictator Kim young un
NU: Dictator Ruhollah Khomeini

Slide 17 - Slide

Wat is democratie?
A
Dat het volk regeert
B
Dat 1 persoon de macht heeft

Slide 18 - Quiz

Welk land is geen dictatuur?
A
Noord-Korea
B
Iran
C
Syrië
D
Tsjechië

Slide 19 - Quiz

Wie is onze minister
van Justitie en Veiligheid?
A
Willem Alexander
B
Mark Rutte
C
Hugo de Jonge
D
Grapperhaus

Slide 20 - Quiz

Bij welke partij behoort
deze (demissionair) minister?
A
PVDA
B
VVD
C
D66
D
CDA

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

EINDE!!!
Je weet nu  wat een democratie is en een dictatuur.
We gaan volgend week verder met 
Politiek deel 2


Slide 23 - Slide

Hoe worden de Eerste Kamerleden gekozen?

A
die worden niet die gekozen, maar benoemd
B
dat doen de leden van Provinciale Staten
C
dat gebeurt gelijk met de Tweede Kamer

Slide 24 - Quiz

Welke 3 machten zijn er?
A
Wetgevende, uitvoerende, rechterlijke
B
Wetgevende, controlerende

Slide 25 - Quiz

Wie benoemt de ministers?

A
de voorzitter van de Tweede Kamer
B
de koning
C
D
de voorzitter van de Eerste Kamer

Slide 26 - Quiz

Hoeveel kamerleden zijn er?
A
150
B
75
C
125
D
225

Slide 27 - Quiz

Wanneer mag je niet stemmen?
A
Als je ouder bent dan 80 jaar
B
Als je nog op school zit
C
Als je een verblijfsvergunning hebt
D
Als je onder de 18 bent

Slide 28 - Quiz

Mag de politie zomaar een huis binnengaan?

A
Nee, daarvoor is toestemming nodig
B
Ja, dat mag altijd
C
D
Nee, dat verschilt per wijk

Slide 29 - Quiz

Wat kan niet?

A
dat iemand lid is van zowel de Tweede als Eerste Kamer
B
dat een Tweede Kamerlid ook professor is
C
D
dat een Tweede Kamerlid ook burgemeester is

Slide 30 - Quiz

Wat mag de Eerste Kamer niet?

A
een wetsvoorstel verwerpen
B
Een wetsvoorstel veranderen
C
D
over een wetsvoorstel stemmen

Slide 31 - Quiz

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?

A
dan vertelt de Koning de plannen van de regering voor het komend jaar.
B
Volgens een oude traditie laat de minister van Financiën in 'het koffertje' zien hoe vol de schatkist nog is.
C
D
de Koning beëdigt nieuwe ministers en staatssecretarissen.

Slide 32 - Quiz

Wat is volgens de Grondwet geen taak van de regering?

A
zorg voor voldoende werk
B
zorgen voor een schoon milieu
C
zorg voor onderwijs
D
zorg voor sportvelden en sporthallen

Slide 33 - Quiz