20221205 DVLG222AK niveau 2 Taalverzorging verkleinwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Weet wat verkleinwoorden zijn en kan ze correct schrijven.

Zelfstandig naamwoorden: meestal -je

• de kaas: het kaasje
  
• de worst: het worstje
  
• het huis: het huisje

-pje

woorden die eindigen op -m

• de boom: het boompje
  
• de zoom: het zoompje
  
• het geheim: het geheimpje

-tje

• de lepel: het lepeltje
  
• de stoel: het stoeltje
  
• het ding: het dingetje

De medeklinker wordt verdubbeld als er een korte klinker is (niet bij alle woorden)

• de ster: het sterretje
  
• de pop: het poppetje

Woorden die eindigen op een lange klinker (a, é, o, u)

• de auto: het autootje
  
• de paraplu: het parapluutje
  
• de logé: het logeetje

Woorden die eindigen op -i wordt -ietje

• de taxi: het taxietje
  
• de ski: het skietje

Woorden die eindigen op -y en afkortingen

• de baby: het baby'tje
  
• de hobby: het hobby'tje
  
• de usb: het usb'tje

-nkje

Woorden die eindigen op -ng

• de woning                    het woninkje
• de koning                     het koninkje

Wat is het verkleinwoord van de sms?

1. het smsje
2. het smssje
3. het sms'je
4. het smske

Wat is het verkleinwoord?
het logo

1. het logootje
2. het logokje
3. het logo'tje
4. het logotje

Wat is het verkleinwoord van het paard?

1. het paard'je
2. het pardje
3. het paardke
4. het paardje

Wat is het verkleinwoord van de beloning?

1. het beloningje
2. het beloninkje
3. het beloningkje
4. het beloning'je

Wat is het verkleinwoord?
de foto

1. het fotootje
2. het fotokje
3. het fototje
4. het foto'tje

Wat is het verkleinwoord van
de bikini?

1. het bikinie'tje
2. de bikinietje
3. het bikinietje
4. het bikiniekje

Wat is het verkleinwoord
van de baby?

1. het babytje
2. de baby'tje
3. het babykje
4. het baby'tje

Aan de slag!

Maak alle opdrachten onder:

NN Taalverzorging, keuze-onderdeel verkleinen en vergroten