Woordenschat (NN H4) Voorzetsels

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen



2h/t
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen



2h/t

Slide 1 - Slide

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor.

Slide 2 - Slide

Vast voorzetsel
De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat, of als je het voorzetsle verandert.

Bijvoorbeeld:
LACHEN NAAR 
betekent iets heel anders dan 
LACHEN OM

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Oefen met voorzetsels.

Klik door naar de oefeningen van CambiumNed.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen zijn woordcombinaties die je kunt vervangen door één woord.

Bekijk de volgende voorbeelden maar eens.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Maak nu de vragen in je boek.
Hoofdstuk 4
Woordenschat - opdr. 1 t/m 6
Blz. 143

Slide 11 - Slide