Lezen H4

Inhoud
Nabespreken huiswerk
Uitleg tegenargument/ weerlegging
Oefenen met tegenargumentatie 
Huiswerk: opdracht 2 (p. 108/109).
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inhoud
Nabespreken huiswerk
Uitleg tegenargument/ weerlegging
Oefenen met tegenargumentatie 
Huiswerk: opdracht 2 (p. 108/109).

Slide 1 - Slide

Startopdracht
a Als het mooi weer wordt, breekt er iedere keer weer een fietsersoorlog uit op de Nederlandse fietspaden.
f Racers en kalm-aan-fietsers botsen namelijk, letterlijk en figuurlijk.
d Er zijn mensen die ingewikkelde maatregelen voorstellen om dit fietsprobleem op te lossen, zoals fietspaden aanleggen met gescheiden rijbanen om alle categorieën fietsers uit elkaar te houden.
b Die ingrepen zijn echter helemaal niet nodig.
c Er is een simpele, degelijke oplossing: fietsers moeten zich aan de verkeersregels houden.
i Wat die regels betreft, moeten er wel eerst wat misverstanden uit de weg geruimd worden.
j Zo denken veel fietsers dat naast elkaar fietsen een universeel mensenrecht is.
g Toch is dat niet zo: het mag alleen als dat het verkeer niet hindert.
h Verder zijn er fietsers die vinden dat ze altijd moeten kunnen passeren, zelfs als er geen ruimte is en andere fietsers in de verdrukking raken of bijna vallen.
e Ook dat mag niet: als hinderen al verboden is, mag je natuurlijk helemaal geen gevaar veroorzaken.
k Dat staat allemaal in de wet!

Slide 2 - Slide

Opdracht 1
1 (correcte) werkwoordspelling
2 eigen antwoord
3 Ze kreeg een berichtje van een kennis waarin een werkwoord fout gespeld was.
4 Hij had even geen zin om erover na te denken, want hij schreef een whatsapp, geen dictee.
5 Toch

Slide 3 - Slide

Vraag 6

Slide 4 - Slide

Vraag 7

Slide 5 - Slide

8 (1) Ze hoopt dat er een enge tiran komt die iedereen verplicht weer degelijk te schrijven. (2) Ze wil een campagne werkwoordspelling, met grote billboards langs de snelweg.
9 overtuigen – Natuurlijk is de tekst ook leuk om te lezen, dus je zou het ook een amuserende tekst kunnen vinden, maar de auteur wil vooral de lezer ertoe overhalen werkwoordspelling net zo belangrijk te vinden als zij zelf vindt.

Slide 6 - Slide

Tegenargument en weerlegging
  • Onderdeel van betoog
  • Bedoeld om eigen standpunt van de auteur te versterken
  • Niet bedoeld om 'andere meningen weer te geven'/ 'de andere kant te laten zien'.

Slide 7 - Slide

tegenargument = strategisch
Wanneer je iets schrijft of vertelt dat mogelijk weerstand oproept, is het slim om die weerstand te benoemen en uit te schakelen. 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld: elfstedentocht
Stel: jij bent Mark Rutte.
Je snapt best dat mensen snakken naar iets leuks: schaatsen/ een festiviteit. De Elfstedentocht is voor het laatst gereden in 1997. En nu zou het (misschien) kunnen. Maar wanneer iedereen naar Friesland afreist om te kijken, krijg je een waanzinnige coronaexplosie. Deze zorgt ervoor dat ziekenhuizen overbezet raken, meer mensen doodgaan en dat het land nog langer in lockdown blijft.

Slide 9 - Slide

argumentatie onder elkaar
Standpunt Mark Rutte:
Er moet geen Elfstedentocht komen
Argument
Wanneer iedereen naar Friesland afreist om te kijken, krijg je een waanzinnige coronaexplosie. 
Deze zorgt ervoor dat ziekenhuizen overbezet raken, meer mensen doodgaan en dat het land nog langer in lockdown blijft.

Slide 10 - Slide

Argumentatie tegenstander
Standpunt tegenstander: 
De Elfstedentocht moet doorgaan:
Argumenten:
Mensen snakken naar iets leuks: schaatsen/ een festiviteit. 
De Elfstedentocht is voor het laatst gereden in 1997. 
Nu zou het (misschien) kunnen. 

Slide 11 - Slide

Opdracht (15 min)
Download het Worddocument van Magister (bijlage les vandaag). Daarin zie je beide standpunten & argumentaties onder elkaar staan. Vul de argumentatie van Mark Rutte aan met twee tegenargumenten (van de tegenstander) en bedenk daar zelf een passende weerlegging bij. 

Maak en overleg in groepjes (breakoutrooms).

Slide 12 - Slide

argumenten van de Ruttes

Slide 13 - Slide

Huiswerk vr. 12-02: 
maak opdr. 2 (p. 108-109)

Slide 14 - Slide

Zijn er nog onderdelen aan deze les argumenteren waar je meer uitleg over wilt?

Slide 15 - Mind map